JACQUES DE BERGH. 236 zoo Den die hem zelfs reizen in de lucht en om de wereld deden ondernemen, wanneer hij slechts op buitengewone wijze zijn pen kon laten krassen. En niet minder bewonder ik in zijn „Penkrassen” zijn strijd voor recht en tegen willekeur, die zijn drijfveer en zijn hartstocht was. Ik hoop met deze overtuiging instemming te vinden, wanneer ik ’t een en ander ga mededeelen uit De Bergh’s „Haagsche Penkrassen’’, een onderwerp voor dit tijd schrift van waarde, omdat in die serie geschriften vele gegevens voorkomen over de geschiedenis van Haag in een belangrijke periode van groei en ontwik keling. Laat ik echter eerst trachten een portret van hem te teekenen. ,,Het geheele leven van De Bergh aldus Smit Kleine in zijn levensbericht - is één reusachtig contrast geweest met hetgeen zijn geboorte, zijn opvoeding, zijn aanvankelijke loopbaan en niet het minst zijn talenten aan allen, die hem tusschen de jaren 1867-1872 hebben gekend, deden verwachten. Wie toenmaals iets aan chiromancie of te wel handwaarzegging deedwie, hetzij met meer of minder geloof, de geaardheid van een ka rakter, naar de wijze der wichelaressen, uit de vorming der hand zocht op te sporen, hij kon bij den persoon van Jacques de Bergh zijn proeven van hand-exegese beginnen. Immersvoor een mannenhand was de zijne fijn, lang, smal, met spits toeloopende toppen, waarover een zeer fraaie, aristocratisch gewelfde nagel heenboog voor een mannenhand was zijn hand ongemeen, en her innerde eerder aan ,,une main de duchesse” dan aan die van een Haagschen spoorwegambtenaar, en uit de vor ming van die hand sprak de onweerstaanbare behoefte ,,de se montrer”. En niemand kan in ernst beweren, dat De Bergh

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1925 | | pagina 264