JACQUES DE BERGH.
245
Op
Te brengen in praktijk och hé
Dan doen de meestsn liefst niet meê
Ik wel.
een anderen keer dichtte hij
Waarheid is een sterke drank;
Wie ze brouwt, oogst zelden dank
Verreweg de meeste magen,
Kunnen ’t slechts verdund verdragen.
De vroege morgenuren tot aan den bureautijd be
steedde De Bergh voor zijn speurtochten in Den Haag
en in den wijden omtrek. Er ontging hem niets op zijn
wandelingen, zoodat geen veldwachter, geen rechercheur
beter op de hoogte was dan hij van de plaatselijke ge
steldheid en van alles wat er in onze gemeente in 1t
openbaar en vaak ook in ’t verborgen voorviel. Laat
mij van zijn reporters- en speurdersaanleg een paar
staaltjes vertellen. Toen in 1881 de Cremerbank in de
Scheveningsche Boschjes werd opgericht en de schutting
er nog voor stond, sloop hij als een dief in den nacht
naar de plek en verschafte zich door overklimming van
de schutting nog vóór het aanbreken van den dag, met
duimstok gewapend, de geheimen van vorm, omtrek en
afmeting, op gevaar af van als een inbreker te worden
geduimschroefd, en hij verzond zijn beschrijving naar
de N. Rott. Ct. van 6 December. Eerst den 21e“,dus
ruim 14 dagen later, werd het monument aan B. en W.
overgedragen.
In de Molenstraat waren in die dagen onder een
afdak brandladders geplaatst. Op zekeren avond van
Scheveningen, waar hij voor de leden van het Nut een
lezing had gehouden, ongeveer 12 uur thuis komend
(De B. woonde toen in de K. Molenstraat) en nog geen
10 min. boven zijnde, drong het geroep van brand!