genooten. Houdt op met N-W. (Niemand Weet) en Z-O. (Zoek Oneindigj-singels. Onze stad is nu een halve eeuw ouder geworden en de windwijzersingels bestaan nog. Evenmin was De B. gelukkig met zijn herhaalde aan maning aan de Directie van de paardentram om de wagens rijdende langs het Hotel de la Promenade daar niet anders dan stapvoets te laten passeeren, tenzij de Hotelhouder een knecht aan het hek plaatst om vreem delingen en kinderen te waarschuwen tegen het gevaar om met een het hek zoo nabij passeerende tram in aan raking te komen, als men onbedachtzaam de trappen afloopt. Wel rijdt de paardentram er niet meer, maar de electrische tram is niet minder gevaarlijk en overigens is de toestand nog altijd precies dezelfde Een waren veldtocht opende Jacques tegen de gevaar volle stoepen, kelderluiken en pothuizen, die tal van neringdoenden, vooral bakkers in Den Haag er op nahielden, en tegen de onnoodige weelde van met hekken afgesloten stoepen, waarvan het toen in onze stad nog wemelde. Al die sta-in-de-wegs zouden spoedig ver dwenen zijn, als men De B’s raad had opgevolgd door bij verordening voor het bezit van door hekken of palen afgesloten ruimten aan den openbaren weg b.v. 10, per M2. per jaar te heffen. Eerst in de 20e eeuw is men er zeer langzaam toe overgegaan de stoepen, hek ken en pothuizen te onteigenen. Het langst heeft het uitgehouden een der gevaarlijkste versperringen op den hoek van Vleerstraat en Lage Westeinde. De paaltjes daar zijn eerst een paar jaar geleden weggenomen. In zijn vermakelijke vragenrubriek liet De B. iemand vragen „Waarom toch onteigent de Gemeente niet den door paaltjes afgesloten grond, langs het huis in de Vleer- JACQUES DE BERGH. 252

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1925 | | pagina 280