JACQUES DE BERGH. 254 kachel inhoud, ouden smidsleerling met een bestrating, maar moest er spoedig van wege de gladheid van afzien. De B. verzamelde de volgende statistiek: Ongelukken van 1 Oct.—-26 Nov. ten gevolge van de gladheid der houten bestrating 3 Oct. Een paard glijdt uit. Groote opstopping en kabaal. 7 Oct. Van twee vrouwen glijdt de eene uit en sleept de andere mee. Eenige ontvellingen worden geconstateerd. Des namiddags valt een meisje, dat met een pot stroop liep. De stroop vermengt zich met de modder. Mede lijdende menschen vergoeden het meisje pot en 8 Oct. Het bemodderde houten vlak doet een heer uitglijden. Hij verwijdert zich per tram, geheel ontdaan en met modder overtogen. Des avonds heeft het glibberig plaveisel gemakkelijk spel met een dronk aard, die dadelijk van de beenen is. 13 Oct. Er valt een metselaar, met een trog kalk op den rug. Bij die gelegenheid loopt de Vleerstraat uit, zoodat het incident buitengewone afmetingen aan neemt. Des avonds volgt een dezelfde bestemming als de metselaar. 17 Oct. Bij het krieken van den dag is het eerste slachtoffer een wekker, die met water en vuur en al omvalt. De omstandigheid dat dergelijk water gemeenlijk niet heet en het vuur niet aan is, redt den man voor brandwonden. In den loop van dien dag vallen nog drie personen. 18 Oct. Het slachtoffer is ditmaal een koe. De ge leider houdt zich aan een touw vast. Verbazende oploop. 21 Oct. Een paard valt. 23 Oct. Een vleeschhouwersknechtje glijdt uit en een aantal lappen en biefstukken glibbert over den parket vloer.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1925 | | pagina 282