JACQUES DE BERGH. 259 De Bergh hield er van zijn Penkrassen te kruiden blijfselen van vroegere jaren en verouderde toestanden was gekomen. Hoe dwaas de toestand reeds was, be toogde De Bergh door er op te wijzen dat de twee reeds bestaande tollen nu o£ later nog met vijf andere tollen vermeerderd zouden moeten worden en Den Haag aldus bedreigd werd met een linie van tollen dwars door de bebouwde kom der Gemeente heen. En dat om zich te verzekeren een luttele opbrengst van f 20.000. die weldra door de perceptiekosten belangrijk zouden worden overtroffen 1 Nu kwam er dit nog bij, dat evenals een sterk be waakte grens door behendige smokkelaars wordt over schreden, vele Hagenaars ook naar Scheveningen wisten te komen zonder tol te betalen. Iemand b.v. die met een rijtuig uit de Zeestraat komende een bezoek wilde brengen aan het kerkhof, eerst op den Scheveningschen weg en dan nog eens aan de Kerkhoflaan, dus twee keer tol moest betalen, passeerde peen tol als hij de Laan Copes en de Bankastraat passeerde en, na een krans op het graf van een dierbaren overledene gelegd te hebben, het kerkhof aan de andere zijde, aan 't Kanaal uitreed en van daar gratis te Scheveningen kwam! Ook waren er ingezetenen die beslist weigerden tol te betalen en die deswege nimmer vervolgd werden, daar men op de Groenmarkt wel wist dat zij de ge meentewet op hun hand hadden. Niemand minder dan het rechtsgeleerde raadslid Mr. A. de Pinto betaalde nooit tol. Niettegenstaande de heftige oppositie geschiedde het ongelooflijke, het derde tolhuis werd gebouwd, en eerst eenige jaren later, door schade en schande wijs geworden, werd deze Haagsche slagboom weggeruimd.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1925 | | pagina 287