266
JACQUES DE BERGH.
steenteekeningen heeft voorzien, liet DeB. o. a. een plaat
teekenen van de fameuze Boschbrug. A propos van die
plaat schreef De B.„Zij toont u aan, hoe ellendig die
brug is en hoe vele honderden guldens werden weg
geworpen aan de zinken candelabres, die ondoelmatiger
en duurder dan ijzeren, moesten breken, ’t ook deden
en den lantarenpoetser in 't water van de Singelgracht
meesleepten. Notabene op elk van die thans gebroken
lantarens staat op een koperen plaat de naam van den
architect-directeur als ontwerper gegriftIs dat niet de
ijdelheid ten top gevoerd, en zou 't niet nuttig zijn, om
hem het volgende versje in herinnering te brengen:
Veel menschen verbeelden zich heel wat te zijn,
En achzij vergissen zich deerlijk,
Dat niemand zich zelf toch verblind’ door den schijn
Dat ieder ’t erkenne toch eerlijk
De mensch in 't heelal, hoe hij ’t zich ook verheel’
Is niets dan een worm of een vlinder
Eene erwt in den brouwketel is niet zeer veel,
Een mensch in ’t heelal nog veel minder.
„En waar zou het heen, als alles wat door gemeente-
beambten werd vervaardigd, met den naam van den
maker of ontwerper versierd werd. In ieder geval zou
een naam op een bruikbaren vuilniswagen den ontwerper
meer eer aandoen, dan die op een ondoelmatige, schan
delijk dure brug, met gebroken lantarens”.
Behalve op Van Schermbeek en den architect-directeur
richtte De B. zijn pijlen op den heer Mouton, lid van
den gemeenteraad en eigenaar van de ’s-Gravenhaagsche
Melkinrichting De Sierkan, die steeds begunstigd werd
door B. en W. met mooie standplaatsen voor zijn kiosken
en melkwagentjes, terwijl aan andere minder in de melk te
brokken hebbende overigens brave huisvaders, collega’s-
melkboeren van den heer Mouton, het postvatten met