100.000 inwoners wij schrijven ongeveer de eenige badinrichting achter de Groote een stad van 1879 was Kerk. En welk een badinrichtingGeen slechter plaats had men kunnen kiezen dan juist daar in den beruchten windhoek „de Zak”. Uit het bad komende, vond men zelfs geen wachtkamer om de geopende huidporiën tijd te geven zich te kunnen sluiten, zoodat men verplicht was, wilde men althans niet langer in de benauwde hokken badkamers heetten zij verpuffen, dadelijk in de open lucht te gaan. Eerst betrad men dan een kille binnenplaats dan een poort door, waar altijd die door de Franschen genoemde „cinquième vent”.... Ie vent du tocht blies, om daarna vlak onder den Haag- schen toren, waar 't natuurlijk altijd waaierig is en koud, door te moeten gaan. De B. zei er van: „het instorten van dezen toch niet fraaien toren (met zijn ijzeren slaapmuts), zou wenschelijk zijn, als hij in zijn val die badinrichting voor goed ver pletterde”. En dat in een stad, in de residentie, waar toen al sedert een vijftal jaren een duinwaterleiding bestond. De Badinrichting achter de kerk, die menigeen een longontsteking bezorgd heeft, zou nog bestaan, ware het niet dat niet de Haagsche toren, maar de aanleg van een nieuwen verkeersweg, nu pas een paar jaar ge leden, dien ouden rommel heeft weggevaagd. Ongezouten fulmineerde De B. tegen die badinrichting „Een schande noemde hij het dat de gezondheids commissie zóó lang heeft gedoogd, dat de ingezetenen daar door gevatte kou de kiemen opdeden voor tering of longontsteking. Overdrijven doe ik nietde voor beelden bestaan of liever ze bestaan niet meerZe liggen op Eik-en-Duinen”. Men verbeelde zich niet, dat de verkeersagenten een 270 JACQUES DE BERGH.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1925 | | pagina 298