JACQUES DE BERGH.
273
Vraagstukken die thans, veertig jaren na De B's over
lijden, nog steeds op oplossing wachten, werden reeds
door De B. besproken met de oplossing er bij. Zoo
drong hij aan op het draineeren van het Alexanders-
veld, dat 300 van de 365 dagen onder water stond en
nog staat. Dat Alexandersveld heeft een tijd lang ernstig
gevaar geloopen van voor goed als stadsgedeelte totaal
bedorven te worden. De toenmalige minister van Oorlog
had namelijk het ongerijmde plan opgevat om ter wille
van zijn gehuwde onderofficieren, korporaals, wasch-
bazen enz. het Alexandersveld te bebouwen met een
honderdtal halfsteens-commissiehuisjes en aldus deze def
tige buurt te verlagen tot een wasch- en bleekinrichting
van ondergoed der regimentskinderen zoowel grooten
als kleinen. Daartegen kwam De B. met al de felheid
van zijn welversneden kraspen op.
't Zaakje scheen in stilte behandeld, reeds zoo goed
als klaar, en de Commissie van fabricage uit den Raad
was incredibile dicta ingenomen met het plan.
De gemeente zou hebben zorg gedragen voor aanleg
van riolen, gas- en waterleiding benevens bestrating,
terwijl de minister alsdan in ruil daarvoor zijn recht
van bruikleen op de plek, waar, bij de Witte brug het
artilleriepark het z.g. Parkeerterrein zich bevond, zou
hebben afgestaan.
Toen kwam De Bergh met het denkbeeld dat eerst
veel later rijpheid zou erlangen, dat de Gemeenteraad
zich met den minister zou verstaan over afstand van
zijn bruikleenrecht op het Alexandersveld, benevens
inwilliging tot teruggave van den grond der cavallerie-
kazerne aan de Gemeente, die van haar kant dan ver
plicht zou zijn om b.v. nabij Waalsdorp een kazerne
te bouwen.
Waarom vroeg De B. moet een verplaatsing
18