LIGT LUGDUNUM BATAVORUM ONDER poort van het Romeinsche militaire vlootstation op Arendsburg. b) dat gedeelten van dezen weg de grensscheiding waren tusschen de alleroudste ambachten: Voorburg- RijswijkWassenaar-Monster. c) dat de weg een scheiding maakte tusschen oost en west: zooals tegenover de Oostduinen de Westduinen stonden, zoo moet tegenover het Westland gelegen hebben 't Oostland, waarvan Wassenaar de dominee- rende plaats zal zijn geweest. d) dat deze weg in een westelijk en oostelijk gedeelte verdeelde het land tusschen de Maas en den Rijn. Immers het Monstersche gebied strekte zich uit tot de Maas, trouwens het geheele Westland deed dit: het Wassenaarsche gebied strekte zich uit tot den Rijn. En vat ten wij daarbij in 't oog, hoe in de eerste eeuwen onzer jaartelling een zijarm van de Maas van Heymond via Monster naar Ter Heyde moet hebben gestroomd, om zich daar in de Noordzee uit te storten 1), dan blijkt, hoe onze weg als 't ware midden tusschen dezen Maasarm en den Rijn in ligt, het land in een westelijk en oos telijk deel verdeelend. Deze vondsten zijn, bij elkaar genomen, te eigenaardig, dan dat ze geen dieperen zin zouden verbergen. En als we dan een blik slaan op de Peutingerkaart en we zien, hoe daarop in het oude „insula Batavorum” staan aangegeven twee Romeinsche heerwegen, een langs de zuidzijde van den Rijn en een langs de noordzijde van de Maas, die elkaar ontmoeten in een Batavenstad Lugdunum, liggende volgens die kaart in de duinen, midden tusschen Rijn en Maas in, dan dringt zich van zelf de vraag aan ons op, of Lugdunum aan den door 24 Zie Dr. A. A. Beekman, Geschiedk. Atlas van Nederland vóór 1300. II. Holland ten zuiden van het IJ, bl. 28.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1925 | | pagina 35