48 DE HAAGSCHE MONUMENTEN VAN GESCHIEDENIS eeuw de ontwikkeling heeft bekneld en bepaald, maakt hier het uitzicht vrijer en het overzicht gemakkelijker, al heeft juist hierdoor de ontwikkeling minder orga nisch, meer vrij en schijnbaar eenigszins willekeurig plaats gevonden. Want wij zien aanvankelijk een echte dorps-, geen stadsontwikkeling voor ons. Al is den Haag stellig niet een der oudste plaatsen van het land, al mag men het in betrekkelijken zin een jonge plaats noemen, toch moeten onze gedachten om den aanvang te speuren vele eeuwen terug gaan en zich tot de 13e eeuw wenden. Een afstand groot genoeg inderdaad om te verklaren, dat we niet duidelijk de details kunnen waarnemen, en zelfs de groote lijn niet geheel te onderscheiden valt. In de eerste helft der 13e eeuw droeg de streek tus- schen Delft en Leiden, beiden toen reeds niet onaan zienlijke steden, volkomen het karakter, dat we aan het woord platteland toekennen. Stellig, er woonden in deze buurten reeds menschen; hier en daar waren hofsteden en misschien waren reeds enkele tot buurten vereenigd. Omtrent het midden der eeuw, het juiste jaar is niet te bepalen, maar waar het na 1247 en eenige jaren voor 1256 moet vallen zullen we met het jaar 1250 niet ver kunnen mistasten, geschiedde hier een archi tectonisch gebeuren, dat de eerste kiem voor de eeuwen lange stadsontwikkeling zou leggen. De streek bepaald tusschen de Zijdewinde, de Schenk, de Loozerlaan en de zee was een geëximeerd grafelijk gebied, door den graaf in eigen boezem behouden, in het kort een haghe. Het was ’s graven haghe bij uit nemendheid: die Haghe mocht het heeten. In dit gebied had de graaf ongebreidelde rechten, noch door leenmannen, noch door stedelijke rechten werd zijn macht beperkt. Bovendien was de ligging

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1925 | | pagina 62