EN KUNST BESCHOUWD IN HUN HIST. VERBAND. 51 Rond de oudste gebouwen groepeerden zich weldra meerdere; langs den vijverzoom allereerst een kapel, ten zuiden dienst- en keukengebouwen. Na Floris’ gewelddadigen dood in 1296 brak voor het kasteel een halve eeuw van stille rust aan, waarop een tijdperk van bloei zou volgen. Bijna 50 jaren bleef het toen de voornaamste residentie van den graaf en het spreekt vanzelf, dan in dien tijd het aanvankelijk uit slechts weinig gebouwen bestaande kasteel werd uitgebreid en groeide tot een groot complex. Voor wij dit eenigszins nader beschouwen moet echter een blik worden geslagen op de zich in de nabijheid ontwikkelende buurtschap. Het is een bekend verschijnsel, dat geen nadere ver klaring behoeft, dat naast een middeleeuwsch kasteel een conglomeraat van huizen ontstond. Ook in die Haghe was dit het geval, werkelijk naast, geenszins rond het kasteel ontwikkelde zich een nederzetting. En dit gehucht ontstond aan de westzijde van het kasteel, de eenige kant waar zulks mogelijk was. Ten oosten van het Binnenhof immers strekte zich het Bosch uit, het afgesloten grafelijk jachtterrein, waar de graaf, zooals vanzelf spreekt, geen bebouwing toeliet. In het noorden bevond zich de vijver en daarachter de vijverberg, vormend een schitterend uitzicht voor de gra felijke woonvertrekken, dat niet door dorpshuizen ontsierd kon worden. Aan de zuidzijde was de groote verkeers weg naar Delft, die ook daar het vormen van een dorps centrum, een kerkplein, niet toeliet. Restte dus het oosten, achter den nederhof, die, naar men veilig mag aannemen, reeds door eenige bijgebouwen en dienstwoningen was omzet. Tusschen kasteel en gehucht was zoo een eerbiedige ruimte gesteld, die verhinderde dat kasteel en dorp elkaar

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1925 | | pagina 65