56 DE HAAGSCHE MONUMENTEN VAN GESCHIEDENIS
Zoo was dus tijdens Albrechts regeering niet alleen
de rond het kasteel gelegen buurtschap tot een dorp
geworden, het kasteel zelf had een haast even merk
waardige en betrekkelijk stellig belangrijker ontwikkeling
ondergaan. Het vulde nu bijna den ganschen zuide
lijken vijverzoom en rond den Nederhof werden ook
dienstgebouwen opgetrokken, benevens een gevangenis
de Diefsteen.
Deze Nederhof verkreeg aan de noordzijde een eigen
poort, de Voorpoort, die wij nog thans als de Gevangen
poort kennen en die aan het einde der eeuw door aan
bouw van een gevangenhuis als grafelijke gevangenis
ging dienst doen. De Diefsteen bleef sedert tot haar
afbraak in de 18e eeuw ter beschikking van het dorps
bestuur.
Aan de andere vijverzijde bevond zich eveneens een
poortde uterste poorte, waaraan de gronden van den
door Albrecht gestichten St. Jorisdoelen grensden. Deze
gronden strekten zich uit tot den kooltuin, het tegen
woordige Plein, dat ook tot den kasteelgrond mag ge
rekend worden.
Toen na Albrechts dood het Binnenhof niet meer
geregeld door den landsheer betrokken werd, kregen,
zooals vanzelf spreekt, de regeeringsorganenStadhouder,
Hof, Rekenkamer, Raad enz. bij de indeeling der ruimten
de overhand. De 15e eeuw toont ons dan ook niet
zoozeer een uitbouw van het binnenhof als wel een
veranderde indeeling, waarbij het minder het karakter
van vorstelijk paleis, meer dat van regeeringscentrum
gaat verkrijgen. Wel werden oostelijk van de Kleefsche
kamer gebouwen bijgezet, het bekende achtkante torentje
o.a. dat eerst omtrent 1480 wordt genoemd.
Toch werd het kasteel nog een enkele maal door groot
en voornaam gezelschap betrokken. Dit geschiedde in