in te blazen omtrent 1570 als volkomen verdwenen kan
worden aangemerkt.
Het dorp ondervond hiervan den natuurlijken terug
slag, van 16e eeuwsche uitbreiding blijkt niet veel en
groote bouwwerken kwamen in de eerste helft dezer
eeuw niet tot stand.
Zelfs trof een ramp het dorp; behalve de overval
van Karei van Gelder van 6 tot 9 Maart 1528, die,
al werd het dorp geenszins verwoest of verbrand, zooals
vroeger veelal ten onrechte is aangenomen, het toch
verarmde, brak op 29 December 1539 een ernstige brand
uit in den toren van de Sint Jacobskerk, die op het kerk
gebouw nederstortte en het grootendeels verwoestte.
Maar nog was de invloed der Hervorming niet tot de
stranden der Noordzee doorgedrongen, nog was er Ka
tholieke vroomheid genoeg om toren en kerk te her
bouwen. De kerk kreeg haar tegenwoordig aanzien, de
toren ook werd hersteld en bekroond met de fraaie spits,
die drie eeuwen lang het silhouet van den Haag heeft
beheerscht, die ouden van dagen zich nog kunnen herin
neren en die grootendeels verscholen zit onder de gegoten
ijzeren spits, die 19e-eeuwsche wansmaak in 1861 heeft
opgericht. Ook het inwendige der kerk werd wederom
versierd en verfraaid. De beeldenstorm heeft ook hier
veel vernietigd, maar de prachtige preekstoel, de fraaie
omlijsting van het wapenbord van Philips van Bourgondië,
de overige wapenborden der Vliesridders, vervaardigd
ter vervanging van de verbrande, kunnen er nog van
getuigen. De hitte van den brand had alle ramen doen
springen, ook deze werden vernieuwd met veler mede
werking en sinds enkele jaren zijn de door Keizer Karel V
in 1544 en door de Kanunniken der Hofkapel in 1547
geschonken vensters, dank zij kunstzinnige restauratie
weer aangebracht kunnen worden.
60 DE HAAGSCHE MONUMENTEN VAN GESCHIEDENIS