62 DE HAAGSCHE MONUMENTEN VAN GESCHIEDENIS
De omvang van het den Haag van die tijden is ons zeer
goed bekend, voor het eerst komt een duidelijke en
betrouwbare afbeelding ons voorstellingsvermogen te
hulp. In de jaren na 1560 immers kwam de plattegrond
van Jacob van Deventer, vervaardigd op last van Filips II
tot stand. Wie hem aandachtig beschouwt zal er al de
hiervoren genoemde gebouwen op herkennen en kunnen
nagaan, dat den Haag zich noordelijk niet verder uit
strekte dan tot ongeveer de plaats, waar nu de Oranje
straat op het Noordeinde uitkomt, oostelijk natuurlijk
tot het Bosch, d.w.z. tot het tegenwoordige Smitsplein
en de Schouwburgstraat, zuidelijk tot wat wij de Am-
sterdamsche Veerkade noemen en naar het westen even
verder dan tot Assendelft- en Breedstraat.
Konden de benarde tijden, die ongeveer 1574 intraden
den omvang van het dorp niet beperken, wel werden
binnen de genoemde grenzen heel wat huizen verwaar
loosd en vernield.
Maar na deze sombere tijden kwam spoedig en met
ongekende snelheid het herstel: reeds het einde van
de 16e eeuw zag het begin van een langdurige periode
van bloei.
Een nieuw tijdperk brak aan. Toen rust en veilig
heid terugkeerden vestigden ook de uitgeweken regee-
ringscolleges zich weder in den Haag en onder haar
de rechtsopvolger in het grafelijk gezag, het college
der Staten van Holland. Het Binnenhof werd opnieuw
de zetel van het gewestelijk bewind, ook de Staten
vestigden zich in het voormalig grafelijk kasteel.
We zeiden reeds dat in het aangrenzende dorp veel
was veranderd. De huizen waren vervallen, de straten
vervuild, maar de hernieuwde welvaart zou dit spoedig
weten te verhelpen. De graaflijkheidsgronden waren
domeingronden geworden, grafelijkheidsdomeinen wer-