EN KUNST BESCHOUWD IN HUN HIST. VERBAND. 65 Natuurlijk kwam dit alles den Haag ten goede, dorp gebleven werd het een der belangrijkste plaatsen van het land, ja van het werelddeel. En in uiterlijken omvang en pracht kwam dit welhaast tot uitdrukking. Wij zagen reeds, dat beide Statencolleges, zoo goed als alle andere regeeringsorganen hun plaats op het Binnenhof behielden en verkregen en het spreekt wel vanzelf dat de eerste dienaar van het land, de Stad houder, eveneens in het oude regeeringscentrum zijn woning betrok. Maurits, in 1585 stadhouder geworden, vestigde zich aan het Binnenhof. In de gebouwen naast de Kapel, boven de vergaderzaal der Staten van Holland en langs de vijverzijde tot aan het Buitenhof werd een woning voor hem ingericht. Een woning overigens van eenvoudigen aard; het was een rommelig agglomeraat van gebouwen, die geenszins voor het huisvesten van een zoo voornaam personage berekend waren. Toen Maurits dan ook blijvend in den Haag gevestigd was werd uitbreiding noodig geoordeeld en in de laatste jaren der 16e eeuw werd op den hoek van vijver en Buitenhof de hooge vierkante toren gebouwd, die den naam van Mauritstoren verkreeg Maar nog was van een vorstelijke woning geen sprake. En het mag dan ook geen verbazing wekken, dat Maurits toen hij in 1618 door den dood van zijn ouderen broeder Philips Willem den prinselijken Oranjetitel had verkregen een omgeving wenschte meer overeenkomstig zijn rang. De Staten lieten daarom langs het Buitenhof een nieuwen, boven 9 ramen breeden vleugel optrekken, waar in het midden een poort, de Stadhouderspoort, de communi catie tusschen Binnen- en Buitenhof diende. Reeds was aan het einde der 16e eeuw den Haag een plaats, waar velen zich gingen vestigen en dat als regee- ringszetel van een zich ontwikkelend en voortdurend in 5

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1925 | | pagina 79