EN KUNST BESCHOUWD IN HUN HIST. VERBAND. 69 buiten de singels nagenoeg geen wijken te vinden, uit gezonderd het na 1852 in het Willemspark verrezen villadorp en de wijk, die zich nadat den Haag bij het spoorwegnet was aangesloten, rond het zuidelijk buiten de stad gelegen station ontwikkelde. Het schijnt niet overdreven een uitbreidingsplan, dat, twee en een halve eeuw kon trotseeren, monumentaal te noemen. Behalve deze grachten zag de 17e eeuw nog meer water aan het dorp een stadskarakter verleenen. Oostelijk van het Spui ontstonden eenige havens de Turfmarkt, de Ammunitie- en de Schedeldoekshaven, die door de evenwijdig aan het Spui loopende Nieuwe Haven, die weder in den singel uitmondde, werden verbonden maar verreweg het belangrijkste was de Prinsegracht, die in 1642/43 van de Groote Markt naar het Westen werd gegraven, tot waar ze in de singelgracht uitliep. Zoo was door een wijs beleid in menig opzicht aan de te wachten dorpsuitbreiding leiding gegeven, plaats voor nieuwe gebouwen was er genoeg en de in wel varen en rijkdom steeds toenemende 17e eeuw zag dan ook tal van nieuwe bouwwerken verrijzen. Natuurlijk in hoofdzaak woonhuizen, maar hiervan is betrekkelijk weinig overgebleven, in tegenstelling met wat de 18e eeuw op dit gebied naliet. Dit mag ons alweder niet verbazen. Was de 18e eeuw het tijdvak, van verworven rijkdom, van toenemende weelde, van, rust na inspanning voor menig vermogend geworden geslacht, het spreekt wel vanzelf, dat deze gesteldheid zich uitte in het bouwen en inrichten van groote en luxueuse huizen. Maar de voorgaande eeuw, de 17e, begon arm en slechts door veel werken en noesten ijver kon rijk dom verdiend worden. De weelde was nog niet zoo

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1925 | | pagina 84