EN KUNST BESCHOUWD IN HUN HIST. VERBAND. 75 dom, in tegenstelling met wat de volgende eeuw te zien zou geven, over het algemeen geen aanleiding gaf tot het bouwen van groote woonhuizen, wel werd veel aan liefdadigheid en steun aan den ouden en minder be deelden medemensch gedaan. Vele weldadige stichtingen naar de opvattingen van den tijd in den vorm van Hofjes kwamen tot stand, die voor het meerendeel nog be staande, door hun ligging, gekozen meestal op open grond aan de buitenzijde van het dorp tevens den groei van dit laatste aangeven. In 1616 reeds werd het H. Geesthofje aan de Paviljoensgracht door de H. Geest- meesters gesticht. In 1647 en 1649 volgden de Hofjes van Cornelia van Wouw aan de Lange Beestenmarkt en van Bartholomeus van Wouw aan dezelfde markt. Tusschen 1658 en 1662 werd het fraaie, te groot op gezette Hofje van Nieuwkoop aan het einde van den Prinsengracht door Pieter Post gebouwd, terwijl enkele jaren later de Geefhuisjes aan het Hoogezand en het sedert kort verplaatste Hofje van Hogelande aan de Boekhorststraat dicht bij den singel werden opgetrokken. Terugziende op de 17« eeuw hebben we dus den Haag van een klein, in niets op een stad gelijkend dorp, ge legen naast een complex van regeeringsgebouwen dat nog in hooge mate een middeleeuwsch kasteel geleek, zien uitgroeien tot een welvarende en aanzienlijke plaats, weliswaar door het afwezig blijven van muren en vesting werken een dorpskarakter behoudend, maar toch door grachten in schoonen regelmaat omsloten, doorkruist van grachten, die een steedsch aanzien verkregen en verrijkt met vele nieuwe en statige bouwwerken. Niet in hoofdzaak particuliere woningen, maar vooral naast paleizen van de Oranjes openbare gebouwen van kerke- lijken, weldadigen of wereldlijken aard. Het Binnenhof tenslotte werd vervormd en hoewel

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1925 | | pagina 90