r
80 DE HAAGSCHE MONUMENTEN VAN GESCHIEDENIS
weldadig gesticht zag verrijzen, in de 18e eeuw slechts
één dergelijke instelling ontstondhet Oude Mannenhuis
aan de Oude Molstraat, dat in 1773 uit de penningen
der sedert jaren opgeloopen erfenis van den Heer van
Beyeren Schagen werd gebouwd.
Gedurende bijna de geheele eerste halve eeuw van
1702 tot 1747 had de Republiek geen Stadhouder.
Er woonde geen Oranje in den Haag en de paleizen
der Oranjes: het Oude Hof en het Huis ten Bosch
stonden ongebruikt. Tijdelijk waren beide aan den Ko-
ning van Pruisen een der erfgenamen van den Koning-
Stadhouder gekomen en eerst later werden ze opnieuw
door de Oranjes verworven.
Toen waren de Oranjes weer met de Stadhouder
lijke waardigheid bekleed. Ze woonden weer in ’s-Gra-
venhage en hadden hun hoofdverblijf in het voor hen
bestemde kwartier op het Binnenhof gevestigd. Maar
Willem IV toefde 's zomers graag op het Huis ten
Bosch en weldra bleek het paleisje voor het zich voort
durend uitbreidend en meer en meer vorstelijke allure
aannemend Hof te klein. In 1751 werden dan ook de
zijvleugels gebouwd, die het geheele paleis zulk een
18e eeuwsch uiterlijk verleenen.
Toen Prinses Carolina, de zuster van Willem II zich
in 1760 ten huwelijk begaf met den Prins van Nassau-
Weilburg deed zij aan het Voorhout een paleis bouwen,
dat hoewel nooit in zijn oorspronkelijken opzet voltooid,
thans zijn fraaien gevel nog onveranderd als Koninklijke
Schouwburg doet bewonderen.
Tenslotte was bij de toenemende luxe ook het Stad
houderlijk kwartier niet meer voor de hofhouding des
Stadhouders berekend. Ook hier toog men aan het bij
bouwen: aan de zuidzijde van het Binnenhof werd
een groote vleugel opgericht. Tusschen 1777 en 1793