82 MEMOIRES EENER HAAGSCHE HUISONDERWIJZERES zeer mooi gekleed, met witte kousen, een soort mutsje met gouden kwast, en een staf in de hand, gestadig vóór de paarden uit liep. Overigens diende hij mede aan tafel. Mijn beide ooms verteerden onnoemelijk veel geld aan paarden, honden, geweren en voertuigen. De jongste stierf, nog ongehuwd, aan de tering. De andere leerde een Duitsche freule Lucie von Braumann, ken nen; deze familie was van den oudsten Duitschen adel, maar had volstrekt geen fortuin. De meeste familiën in de groote wereld trachtten, met alle mogelijke zorgvul digheid en overleg, mijn oom tot zich te trekken, maar het beste gelukte het de familie von Braumann, mijn oom aan zich te binden. Hij moet, te oordeelen naar zijn portret, en ook volgens lieden, die hem hebben ge kend, een bijzonder knap man zijn geweest; ook moet hij zeer geestig en verstandig geweest zijn. Freule Lucie scheen, in weerwil van haar mismaakt figuur en gebrek aan eenig fortuin, toch den tact te hebben gehad, mijn oom aan zich te binden. Mijn grootmama had hem meer dan eens op recht hartelijke wijze het waarschijnlijk ongelukkige van dit huwelijk onder het oog gebracht, want de freule stond algemeen als zeer lastig van humeur bekend. Was het ook niet geheel volle liefde, die hij voor haar gevoelde, zij had verstand en tact ge noeg, om de ongelukkige kwijnend-geliefde te spelen en hij, die een edel en goed hart bezat, zeide dan: „Ik alleen kan haar gelukkig maken; zij heeft mij zoo onbeschrij felijk lief. Trek ik mij terug, dan spot de groote wereld met haar en zij overleeft dit niet!” Eindelijk gaf groot mama haar toestemming en toen mijn oom zijn aan staande echtgenoote, met haar ouders, aan grootmama voorstelde, sprak zij tot Lucie deze veelbeteekenende woorden: Lucie, maak mijn innig geliefd kind recht gelukkig; een vrouw kan dat, als zij een edel hart heeft.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1928 | | pagina 100