i
MEMOIRES EENER HAAGSCHE HUISONDERWIJZERES 85
maakte Lucie's nooit te bevredigen zucht om alles, wat zij
zag, ook te bezitten, hun huwelijk ongelukkig! Als mijn
tante, volgens de eigen woorden van grootmama, het
een of ander zag, hetzij juweelen, zilver, linnen of meu
belen, dan rustte zij niet, voordat zij het verlangde bezat,
en als grootmama haar ook soms eens iets weigerde, dan
dwong zij haar echtgenoot zoo lang, totdat hij zijn mama
smeekte, haar het verlangde toch te geven. Grootmama
heeft mij vaak verteld, dat Lucie’s hebzucht geen grenzen
kende, ja dat zij soms het liefste, dat grootmama bezat,
opeischte en dat, als deze bleef weigeren, mijn oom haar
dan smeekte: „Lieve moeder, terwille van de rust van
mijn leven, geef het Lucie maar.” Ja, zelfs het gelief
koosde rijpaard van mama moest deze ontnomen worden
en in Lucie’s bezit overgaan. Nog geen jaar na hun echt-
vereeniging zeide zij haar echtgenoot, dat zij wenschte,
dat de oude tante haar huis verliet; zij wilde voortaan
alleen zijn! Dit de geliefde vrouw te moeten zeggen, trof
mijn oom schrikkelijk. Mijn oudtante, die gemeend had,
haar levensavond bij haar geliefd petekind dit was mijn
oomdoor te brengen, had haar meeste zilver, linnengoed
en meubelen aan Lucie geschonken, want tante Lucie
had deze goede oude dame geheel voor zich weten in te
nemen, zoodat deze vaak tot haar zuster, wanneer die
haar raadde, zich toch niet heelemaal door Lucie te
laten uitkleeden, moet hebben gezegd: „Ach, ik kan Lucie
moeilijk iets weigeren; maar het is waar: zij heeft nooit
genoeg.” Na zijn echtgenoote lang vergeefs te hebben
gesmeekt, moest mijn oom eindelijk zijn goede tante het
voorstel zijner vrouw overbrengen. Op dat oogenblik be
kende mijn oom zijn geliefde en verstandige tante ook,
dat hij grenzenloos ongelukkig was. Oudtante verliet hun
huis dadelijk en ging, omdat het grootste gedeelte van
wat zij aan meubelen, zilver, enz. bezat, bij Lucie achter-