88 MEMOIRES EENER HAAGSCHE HUISONDERWIJZERES
waarna de dames in de kerk achterblijven, terwijl de
heeren in hun rijtuigen den lijkwagen naar het kerkhof
begeleiden. Dit gebeurde echter bij ooms begrafenis niet.
Mijn familie had een eigen graf, vlak voor het hoogaltaar
der St.-Pieterskerk; een grafsteen, met ons wapen, dekte
het. Daarom werd na den hoogdienst, onder het zingen
van de profundis, in processie de kist de kerk rondge
dragen; de familie volgde naar rang. Daarna werd de kist
plechtig in den grafkelder neergelaten. Nu is het bij den
hoogen adel in Keulen een gewoonte, dat naast het hoog
altaar een grafkaars geplaatst wordt; deze brandt ander
half jaar lang alle zon- en feestdagen onder den hoog
dienst; zoo lang duurt ook de zware rouwtijd der eerste
betrekking. Deze grafkaars is met zwarte krippen strik
ken versierd, met in het midden het wapen van den
overledene, terwijl achter op dit schild zijn leeftijd, rang
en voornaamste karaktertrekken zijn geplaatst. Bij iede-
ren hoogdienst wordt deze grafkaars bewierookt. Maar
mijn tante trad binnen dezen tijd weer in het huwelijk,
en nog nooit was het gezien, dat de bruidkaars en de
grafkaars op een en hetzelfde altaar waren geplaatst.
Op den uitdrukkelijken wensch van grootmama, die alles
had bekostigd, bleef de grafkaars naast de bruidkaars
branden. (Ieder, hetzij arm of rijk, die bij ons trouwt,
heeft drie dagen op het hoogaltaar een bruidkaars staan.
Lucie kon hieraan niets veranderen. En, zooals dit bij den
hoogen adel gebruikelijk is, wordt de grafkaars eerst
anderhalf jaar na het overlijden, na de communie in den
hoogdienst, met alle mogelijke plechtigheid gedoofd.
Gedurende het voltrekken van het tweede huwelijk nu,
door denzelfden pastoor, in dezelfde kerk, voor hetzelfde
hoogaltaar, mijner tante met den heer von Bianco, brand
den grafkaars en bruidkaars op hetzelfde oogenblik, op
hetzelfde altaar. Niemand van mijn familie was bij dit