102 MEMOIRES EENER HAAGSCHE HUISONDERWIJZERES had. Maar alle brieven ontving de rentmeester en na tuurlijk beantwoordde hij ze zelf naar zijn eigen wil. Mama wist hier niets van af. Onze huishouding was een der kostbaarste in de geheele stad. Ik herinner mij, zelden te voet te zijn uitgegaan. Iedere dag bracht mij een of ander genoegen, een diner bij ons of bij anderen, een bal of casino- of comedievoorstelling; mijn tijd werd er uitsluitend aan gewijd, kleederen te kiezen, en gekapt en gekleed te worden, bezoeken te ontvangen en af te leggen, of lui op een canapé te liggen en een roman te lezen. Voor de onbeduidendste nietigheid belde ik om mij te laten bedienen, want mijn trots riep mij toe: „Hiervoor zijn de domestiquen!” Mijn gouvernante had, toen ik naar het klooster ging, van grootmama de noodige meubelen ontvangen en woonde de twee eerste jaren kosteloos in een huis van ons. Daar had ze een instituut opgericht en groot mama had bij al haar bekenden getracht mad.elle Viethen gunstig aan te bevelen en was er als het ware borg voor gebleven, dat deze zich in haar nieuwe be trekking het geschonken vertrouwen algemeen waardig zou maken. Het geluk was haar zeer dienstig: haar instituut nam snel in bloei toe! lederen Zondag kwam madelle Viethen bij ons te eten. Ruim een jaar, nadat zij deze school had, kwam mama ter oore, dat het gedrag van madelle Viethen veel te wenschen overliet; haar werd ten laste gelegd, dat zij ’s avonds officieren ontving. Grootmama liet terstond madelle Viethen bij zich komen, sprak haar als een moeder toe, bracht haar hetgeen zij gehoord had onder het oog en teekende haar de schrikkelijk nadeelige gevolgen, indien het gezegde waarheid be vatte. Mijn gouvernante, die een geslepen intrigante was, nam dadelijk den schijn der vervolgde onschuld

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1928 | | pagina 120