108 MEMOIRES EENER HAAGSCHE HUISONDERWIJZERES Freiherr F. A. M. J. A, Graf Spiegel zum Desenberg und Cau- stein 17641835, werd 20 Dec. 1824 gekozen tot aartsbisschop van Keulen en 25 Juni 1825 als zoodanig geïnstalleerd. familieraad belegd. De aartsbisschop van Keulen, van der Spiegel 1) ook een lid mijner familie, was de eerste, die mij freule noemde, welke vernedering zeer kwetsend voor mij was, daar ik tot dusver in de wandeling gravin ge noemd werd. Toch gaf dit mij mijn kracht en gevoel van eigenwaarde terug. In dezen familieraad moest ik een gevoelig offer aan mijn trots brengen. In dezen familie raad bevond ik, zeventienjarig meisje, mij alleen tegen over de heeren, aangezien de dames te teergevoelig wa ren, om er bij tegenwoordig te zijn. Onder betuigingen van diep leedwezen zeide men mij, dat ik geheel arm was, dat ik tegenover hen geen afhankelijke of verne derende positie in de maatschappij kon aannemen, dat ik echter ook in het minst geen capaciteiten bezat en dat mij niets was overgebleven om stil en eenvoudig te leven. Onder het houden van een roerende toespraak stelde de bisschep mij voor, den sluier aan te nemen. O, had ik dit maar gedaan! Voor hoevele bittere tranen en grievende smart zou ik dan zijn gespaard! De bisschop, ziende dat mijn jeugdig hart een geweldigen strijd streed, zeide: „Welnu, ik blijf u borg, dat gij binnen korten tijd moe der-overste in het klooster zijt, want aan verstand noch takt ontbreekt het u, en dan is uw lot onafhankelijk en gelukkig.” O God, hoe weinig gevoelde deze koude familieraad het delicate van zijn roeping! Het gold hier slechts een arme familiewees. De heer von Herwig, ook een neef van mij, die zeer rijk was en nooit kinderen gehad had, en die bij het leven mijner familie bijzonder op mij ge steld scheen te zijn, was nu ijskoud en ondersteunde

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1928 | | pagina 126