i
MEMOIRES EENER HAAGSCHE HUISONDERWIJZERES 109
met volle kracht het voorstel van den bisschop. Hij
noemde het uittreden uit deze bedriegelijke wereld,
waarin hijzelf op grooten voet leefde en zich gemakke
lijk bewoog, een lichten, ja zelfs gelukkigen stap. Een
andere neef, de baron von Sierdorf, een rijk, ongehuwd
heer van 60 jaar, had menigmaal mama om mijn hand
gevraagd, maar was steeds afgewezen, daar mama mij
nog te jong voor een huwelijk vond en mij in mijn keuze
geheel vrij wilde laten. Ik lachte hem altijd uit, als hij
met mij over dit punt sprak en heb hem dikwerf gek
scherend gezegd: „Neef Franz, wacht, totdat ik ook
den leeftijd van 60 jaar bereikt heb en vraag me dan!”
Deze neef Franz von Sierdorf was ook aanwezig en
sprak: ,,U weet wel, dat ik u en uw overledene mama
vaak om uw hand heb gevraagd. Toen de fortuin u
nog omgaf, waren er vele jonge en elegante heeren,
die, met mij, om uw hand dongen, maar nu gij geruï
neerd zijt, toonen zij allen meer uw vermogen, dan
uw persoon te hebben bemind. Ik heb steeds mijn jonge,
bevallige en lieve nicht bemind en, nu gij van alles ont
bloot zijt, bied ik u mijn hand èn fortuin aan. Aan mijn
zijde kunt gij de groote wereld, die gij anders zoudt
moeten vaarwelzeggen, weer binnentreden. De voor
name kringen zullen u gaarne den rouwtijd verkorten,
daar men algemeen weet, dat gij alleen staat en nu
meer dan ooit een beschermer noodig hebt. Mocht gij
zoo verstandig zijn, mij uw hand te geven, dan zal mijn
eerste geschenk aan u zijn, dat ik dadelijk uw diaman
ten en uw rijtuig terugkoop.” Een der aanwezigen ves
tigde de aandacht op het groote verschil in leeftijd tus-
schen ons, maar de heer von Herwig meende, dat, als
men verstand bezat en in de school van tegenspoed
en lijden gerijpt was, men zich gemakkelijk in iedere
positie gelukkig kon gevoelen. Een andere neef, de