118 MEMOIRES EENER HAAGSCHE HUISONDERWIJZERES
boekenkamer, want hij bezat een uitgezóchte en bijzon
der kostbare bibliotheek. Wanneer de jonge heeren in
huis bij hun studiën moeilijkheden hadden, konden zij
daar bij hem komen en door hem onderwezen worden.
Ook vele professoren en hooge geestelijken kwamen
bij hem om raad. Hij was zeer geleerd en had een bij
zonder gemakkelijke wijze van doceeren. Hij was de
eenvoud en nederigheid zelve en buitengewoon orde
lijk in alles, wat hij deed. In zijn kamer en bibliotheek
heerschte de stiptste orde, evenals in zijn levenswijze,
lederen morgen, zoowel ’s winters als 's zomers, stond
hij om 4 uur op, gebruikte zijn maaltijden op geregelde
tijden en ging alle dagen precies om negen uur naar
bed; aan tafel gebruikte hij 's middags bier en *s avonds
een halve flesch wijn. Het jongmensch Busch zou het
volgend jaar naar het seminarium gaan en zou onder
leiding van den prior zijn theologische studiën vol
tooien. Hij wist tamelijk veel, maar verbeeldde zich nog
veel meer; 't was een geluk voor hem, dat hij aan de
zijde van den buitengewoon geleerden prior zijn studie
jaren zou kunnen doormaken en dubbel heilzaam voor
hem, dat hij in den hooggeroemden grijzen leermeester
den eenvoud en de nederigheid in praktijk gebracht
zag. De vier andere jonge heeren gingen allen op de
Latijnsche school. De zuster van Madelle had ook
een treurig leven, maar zij was bijna alle dagen zóó
dronken, dat zij vaak nederviel en dan naar bed moest
worden gebracht. Als zij nuchter was, was ze een goed
hartige vrouw, die mij nooit onaangenaam behandelde;
maar, helaas, nuchter was zij zeer zelden en als ze half
dronken was, dan was er geen lastiger humeur te be
denken. Dan bracht ze iedere onhandige daad van mij
bij haar zuster aan. Daar ik in alles zeer onhandig was,
brak ik veel, maar alles wat ik verloor of brak, betaalde