JOHANNA BERK 4 maar zij bleef onveranderlijk aan die Haghe getrouw en in den aanvang van 1909 kon zij de voldoening smaken, dat het groote werk aan de transporten, waaraan in latere jaren alleen zij had voortgearbeid, geheel ge reed was. In 30 groot-folio-deelen bijna geheel in mej. Berk’s keurig handschrift stond en staat het den onder zoeker ten dienste. Maar nog wilde de bewerkster, die reeds meer dan 60 jaren oud was geworden, van rust niet weten. Ter stond ging zij medewerken aan de vervaardiging van den klapper op de protocollen der Haagsche notarissen, welke arbeid eenige jaren vroeger door die Haghe was op touw gezet en die nog thans dagelijks wordt vervolgd. Spoedig veranderden de omstandighedende ,,Haghe- dames”, waarvan mej. Berk thans de leiding had, ver huisden van het Rijksarchief, waar de Algemeene Rijks- archivaris reeds in 1897 een kamer ter beschikking had gesteld, naar het nieuwe gemeente-archiefgebouw aan den Zwarteweg, waarheen ook het notarieel archief van den Haag was overgebracht. De toenmalige gemeente-archivaris, Dr. H. E. van Gelder, liet een aardige kamer met uitzicht in den tuin voor die Haghe in gereedheid brengen en van 1 Januari 1910 af was mej. Berk er dagelijks werkzaam. Wie haar daar heeft gekend weet, hoezeer zij een atmospheer van gemoedelijkheid en gezelligheid rond zich wist te vormen en hoe rustig en prettig zij er eiken dag gedurende vier uren aan den arbeid was. Aan het werk had zij haar hart verpand; nog 10 jaren, tot zij 72 jaren oud was, bleef zij aan den arbeid. Toen in 1919 de klapper op de notarieele protocollen tot 1670 gereed was, meende zij dat voor haar de tijd van rusten was aangebroken. Op 1 Januari 1920, dus na 23 jaren trouwen en nuttigen dienst verkreeg zij een zeer

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1928 | | pagina 13