MEMOIRES EENER HAAGSCHE HUISONDERWIJZEREn 159
J) Jkvr. Caroline Henriette Louisa Hooft, 18121859, het eenige
der acht kinderen, dat in het huwelijk is getreden, en wel in 1833
met Mr C. R. F. Braams, 18041865.
2) Karei en Hugo Hooft waren verscheidene jaren jonger, dan zij
hier opgeeft.
mij afhalen. Mijnheer en mevrouw Hooft ontvingen me
met de fijne wellevendheid, die lieden uit de groote
wereld zoo eigen is. Het was een groot gezin, want er
waren acht kinderen. De oudste freule1), een beeldschoon
meisje, die een paar jaar jonger was dan ik, was dadelijk
zeer lief en vriendelijk voor me. De oudste zoon, Karei,
was ongeveer een jaar ouder dan ik; Hugo, de tweede
zoon, was van mijn leeftijd 2). Daarop volgde Daniël,
twaalf jaar oud, terwijl de overige kinderen nog klein
waren. De zoons hadden een Zwitserschen gouverneur,
Roberti genaamd. De kleine kinderen waren nog onder
de leiding van een bonne en Caroline, de oudste freule,
werd door mevrouw zelf onderwezen en opgevoed. Daar
ik zeer handig was in fraaie handwerken, zeer goed kon
knippen en ook vrij bedreven was in allerhande spelletjes
en kunstjes, wist ik de jongelui aardig bezig te houden;
de een leerde dit, de ander dat van mij. De avond was
omgevlogen, voordat wij het wisten. Mevrouw liet mij
door den knecht thuisbrengen, nadat ik eerst had moeten
beloven, den geheelen volgenden dag bij de familie door
te brengen. „Vroeg komen, hoor,” zei de lieve freule
Caroline, „dan gaan we samen weer wat werken.” Den
volgenden morgen kwam de knecht „de Duitsche juf
frouw” reeds om elf uur halen. Dien ochtend leerde ik
bijna allen weer iets en ook mevrouw kwam bij mij zitten
werken. Den derden zoon, Daan, die Duitsch leerde,
hielp ik bij het maken van zijn thema; hierdoor hadden
mijnheer en mevrouw gelegenheid, mijn schrift te zien.
Daar ik goed zong en ook mooi op de guitaar kon spelen,