MEMOIRES EENER HAAGSCHE HUISONDERWIJZERES 169 nog is nl. aan het J) Dit gebouw was ter plaatse waar het nu Lange Voorhout. zijden grondig bestudeeren en bij het gedeelte, dat ik bestudeerd had, een teekentje zetten. Hij zou mij dit boekje, als bij toeval, in handen geven. Met de hulp van mevr. Hooft bestudeerde ik nu een paar bladzijden, maar de woorden „schooven” en schaap” kon ik maar niet goed uitspreken. Ik had dit daags vóór het examen aan ds. Schulz geschreven. Vertrouwende op God, begaf ik mij nu naar Diligentia 1waar de examencommis sie zitting had. Toen ik de kamer binnentrad, en daar veertien heeren aan een lange groene tafel zag zitten, allen met boeken en papieren vóór zich, had ik het ge voel, alsof ik voor een rechtbank verscheen. Alle heeren stonden op en ds. v. d. Kasteele bood mij een stoel aan. Dr. Meijer, die aan mijn houding bemerkte, dat ik nog niet op mijn gemak was, voelde mij den pols, liet thee voor mij halen en sprak: „We zullen nog een poosje wachten.” Toen het examen begon, beefde ik zoo erg, dat ik in het eerst moeite had, de pen vast te houden. Nadat ik in de verschillende vakken geëxamineerd was, sprak één der heeren: „Nu zullen we nog Hollandsch lezen.” Ds. Schulz nam nu het bedoelde boekje, blader de er even in en zeide toen: „Leest u eens uit dit boek. Toen ik aan het woord „schooven” gekomen was, sprak hij: „Nu is het genoeg.” Ds. v. d. Kasteele deelde mij mede, dat ik het examen met goed gevolg had afge legd, waarop alle heeren mij geluk wenschten en mij hun medewerking beloofden. Bij mijn thuiskomst te ruim tien uur trof ik den zoon van den heer Hooft met den knecht aan, om te infor- meeren, hoe het examen was afgeloopen. Den volgen den dag kreeg ik al lessen bij vier verschillende familiën.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1928 | | pagina 187