182 MEMOIRES EENER HAAGSCHE HUISONDERWIJZERES ik aan; van de latere gravin Op zekeren morgen, toen ik mij gaf, die ik alleen kon bereiken langs zeer zoo braaf en deugdzaam was geweest. De lessen gaf, hield stemd was. Ze schreef me nu eigenhandig een zeer lief briefje, waarin zij mij „haar lieve meesteresse” noemde en tevens iets insloot, „opdat het met het medaillon vol komen in orde zou zijn.’’ Het bevatte veertig gouden tienguldenstukjes! Toen ik haar ging bedanken, bevond zich de oude koningin juist bij haar, deze prees mij en moedigde mij aan, steeds te blijven, als ik tot nog toe bij de hofdames, die ik alle op vaste uren haar was alleen de freule d’ Oultremont1), van Nassau, Katholiek. naar de prinses be- een trap, welke slechts voor de koninklijke familie bestemd was, kwam juist op hetzelfde oogenblik de oude koning Willem I, omgeven door vele officieren, deze trap af. Dadelijk wilde ik terugtreden, maar zou dan den Koning den rug moeten toekeeren, want achteruitloopen was op deze trap onmogelijk. De Koning, die dit zag, zeide: „Bleiben Sie nur; wir können wohl an einander vorbei. Guten Morgen, junge Heldin.” Ook de gouvernante der prinses, gravin Bentinck2), was zeer goed voor me. Ze prees mij dikwijls en moedigde me telkens aan, het pad der deugd te blijven volgen. Haar motto was: „God verlaat de Zijnen niet.” Op zekeren dag zat ik op mijn kamer, toen er iemand Henriette Adriana Ludovica Flora gravin d'Oultremont de Wé- gimont, geb. te Maastricht 1792, overleden op het kasteel Rahr bij Aken 1864, met wie Koning Willem I 16 Mei 1841 te Berlijn in morganatisch huwelijk trad, onder den naam van graaf en gravin van Nassau. Vooral om haar Roomsch geloof werd den ex-koning dit huwelijk kwalijk genomen. 2) Jacoba Helena gravin Bentinck, geb. gravin van Reede Ginkel, 1785 1839, echtgenoote van generaal J. Ch. Rijksgraaf Bentinck, 1763—1833.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1928 | | pagina 200