196 MEMOIRES EENER HAAGSCHE HUISONDERWIJZERES
i
raam. Dan zal ik die trotsche, kale dame al het leed, dat
ze u heeft aangedaan, op gevoelige wijze vergelden." Ik
volgde zijn raad op en, toen we den volgenden dag bij
mijn huis kwamen, zag ik den diender staan. Ik schelde;
mevrouw deed zelf open en zeide: ,,Ah, daar zijn de
meisjes voor het meisje boven!” Bevende van ontstel
tenis gingen we de trap op en zagen elkander, toen we
boven waren gekomen, besluiteloos aan.
Ik belde, om de kachel te laten aanmaken, want het
was geducht koud. Het duurde een heele poos, eer we
haar onder aan de trap hoorden roepen: ,,De meid is
niet thuis; de meisjes moeten zichzelf maar bedienen!”
Hooren en zien verging ons, want de kinderen speel
den op den zolder, boven ons hoofd. Eindelijk kwam
de meid met vuur. .Beste juffrouw von Lllft,” zeide ze,
,,als ik u mag raden, begint u dan niet aan dit kostbare
werk; het moet open en bloot hier blijven staan, want
ge kunt uw kamer niet afsluiten. Als er later soms een
olie- of inktvlek op zit, dan is het prachtige werk ge
heel bedorven en de dader is niet te vinden. Maar ik
bid u, laat om Godswil niet weten, dat ik u heb ge
waarschuwd!” Wat nu gedaan! Doorzetten, zooals de
heer Hooft mij geraden had, Was voor mij met mijn
teere gestel een onmogelijkheid. Notaris Schiefbaan,
met wien Mimi Hovius verloofd was, had een groot
huis, maar het paste ons niet, te vragen, of wij het
werk daar mochten voltooien. Mevrouw Hooft stelde
een kamer te onzer beschikking, maar mijn vriendin
nen waren te beschroomd, om te haren huize het kleed
te komen afmaken. Eindelijk besloten wij aan de dames
Schreuder in het Westeinde te vragen, of we bij haar
het kleed mochten afwerken. Dat werd goedgevonden.
Ik liet het werk en alle benoodigdheden naar het
Westeinde brengen en toen mevrouw Serie dat merkte,