f.
200 MEMOIRES EENER HAAGSCHE HUISONDERWIJZERES
Mr. G. A. Melort, katholiek advocaat, wonende in het Voorhout.
uit mijn naam zijn knecht naar mevrouw Serlé met de
boodschap, dat zij onmiddellijk den huissleutel zou
meegeven en de vraag, hoe laat het mevrouw den vol
genden dag gelegen kwam, advocaat Melort J) te ont
vangen. Den sleutel gaf zij dadelijk. Na afloop der
partij gaf mijn gastvrouw mij één harer dienstboden
mee; deze zou mijn kamer in orde maken en dien nacht
bij mij op de kamer slapen. Reeds den volgenden mor
gen begaf Melort zich naar mevrouw Serlé. Op zijn
vraag, of ik tot Mei mijn kamerhuur en pension betaald
had, kon zij niet anders dan bevestigend antwoorden.
Zij gaf haar wensch te kennen, dat ik gedurende de
maand April bij haar in haar nieuwe huis zou komen
wonen. „Neen, mevrouw,” sprak Melort, „juffrouw von
Ulft heeft de kamers op het Spui gehuurd en betaald.
U moet haar daar alle dagen op haar wenken laten
de bediening te harer
u verplicht, haar
avondeten, en vier-
bedienen. U moet iemand voor
beschikking stellen. Voorts bent
iederen dag ontbijt, middagmaal en
maal per dag koffiewater te laten bezorgen. Ook al
gebruikt juffrouw von Ulft er niets van, u zult zorgen,
dat zij tot 1 Mei steeds prompt bediend wordt!” „Als
juffrouw von Ulft er niet zoo lief uitzag,” was haar
antwoord, „dan zou de heer Melort zich van deze zaak,
die hem niets aangaat, ook niets aantrekken.” „Uw
booze tong,” zeide Melort, „vreest dit brave meisje
evenmin als ik. Ik ben haar zaakgelastigde en zal de
wet in haar volle strengheid op u toepassen. Als er een
boodschap voor juffrouw von Ulft wordt gebracht en
er is niemand thuis, of als haar de boodschap verkeerd
wordt overgebracht, zal ik u laten vervolgen.” lederen
dag werd mij eten gebracht en mevrouw Serlé's meid