218 MEMOIRES EENER HAAGSCHE HUISONDERWIJZERES
Matthijs van Lier, papierfabrikant, stierf 28 Dec. 1838 op 68-
jarigen leeftijd, wonende op de Groenmarkt,
haar, mede op aanraden van mevrouw Hooft, of zij
peettante wilde worden, om op deze wijze de door
omstandigheden verbroken familiebanden weder aan te
knoopen. Hierop ontving ik een brief terug, uit haar
naam door de gezelschapsjuffrouw geschreven, waarin
Fanni voor de eer bedankte, over een burgerkind pete
moei te zijn. Ik heb dien brief ten huize van mevrouw
Hooft verbrand. Henri heeft nooit geweten, dat ik
Fanni dat gevraagd heb. Ik geloof stellig, dat al mijn
brieven aan Fanni door de juffrouw van gezelschap
werden onderschept, want de antwoorden, die ik ont
ving, waren steeds door deze geschreven. Misschien
was dit meisje wel bang, dat mijn nicht me in haar
testament zou gedenken. Of Fanni thans nog in het
land der levenden is, weet ik niet, daar ik sinds dien
tijd niets meer van haar heb gehoord.
Na den dood van vader van Lier1) zette Henri de
affaire alleen voor eigen rekening voort. Hij nam de zaak
tegen tamelijk hoogen prijs over en keerde zijn broer en
zuster, Jan en Letje van Lier, ieder hun aandeel uit.
Daar na den dood der oudelui niet zooveel overbleef,
dat Letje op zichzelf kon blijven, moest zij dus wel bij
één hater broeders komen inwonen. Ze kwam bij ons;
een maand later verhuisden wij naar de Wagenstraat.
Daar zij erg lastig van humeur was, bracht dit een groote
verandering in ons rustige gezin. Gelukkig daarom, dat
zij een half jaar later naar Breda vertrok. Van het oogen-
blik af dat Henri de zaak voor eigen rekening voortzette,
trof hem slag op slag. Nauwelijks was hij het eene verlies
een weinig te boven gekomen, of een driedubbele slag
trof hem. Van het begin van ons huwelijk af had ik mij