Joris-
HET PLEIN, HUYGENS EN FREDERIK HENDRIK
12
van dit laatste terrein lag
den Vijver, die in het midden ver
een stippellijn aan-
door de Houtpoort
trad. Hier lag de aan drie zijden door grachten omge
ven grafelijke Kooltuin, in dezen tijd meest Stadhouders-
of Grafelijkheidstuin genoemd, die door het Doelen-
straatje van het terrein van Joris- en Sebastiaansdoelen
gescheiden was. Westelijk
langs den oever van
naar buiten uitboog (op afb. 1 met
gegeven) een pad, waarover men
het Tournooiveld bereikte.
Ook de Mei-prent van Jan van de Velde’s groote
maandenserie, door Dr. H. E. van Gelder afgebeeld in de
Mededeelingen van den Dienst voor Kunsten en Weten
schappen der Gemeente ’s-Gravenhage (Deel II, afl. IV,
blz. 124), geeft een nauwkeurig beeld van de topogra
fische gesteldheid. Door de welwillendheid van Prof Dr.
W. Martin kan ik hierbij nog afbeelden een voluit ge
merkt ijstafereel op den Hofvijver van Jan van Goyen,
dat hij eenige jaren geleden in den kunsthandel te Berlijn
aantrof (afb. 3). Hoewel een vroeg werk uit den tijd,
toen Van Goyen nog te Leiden woonde het is gedateerd
1625 vertoont het reeds alle kwaliteiten van den mees
ter. Als een machtig repoussoir springt het rondeel naar
voren, waarachter het torentje in juister verhouding is
aangegeven dan op de teekening van Bol. Duidelijk ziet
men ook het losse poortje vóór den toren; de muur aan de
oostzijde van het Hof schijnt reeds afgebroken te zijn.
Den achtergrond van het paneel heeft de schilder aan
gepast bij het landelijk karakter van de voorstelling; men
herkent de Gevangenpoort met haar typischen uitbouw,
doch de steenen beschoeiing naar den kant van het Bui
tenhof is vervangen door een zacht glooienden oever met
boomen en eenige op boerderijen gelijkende huisjes.
Omstreeks het jaar 1600, wanneer de oorlog tegen
Spanje niet meer alle energie in beslag neemt en geen