222 MEMOIRES EENER HAAGSCHE HUISONDERWIJZERES heugden wij ons zoo in haar geluk! Nu is ze dubbel on gelukkig; was ze maar niet getrouwd.” „Mijnheer de baron”, sprak ik, „mijn huwelijksleven met Henri is recht gelukkig. Dat hem nu zware slagen treffen, is zijn schuld niet. Ik schonk hem hart en hand, om lief en leed getrouw met hem te deelen. Mijn belofte zal ik houden! Wat ons wordt opgelegd, dragen wij samen moedig en in onderwerping aan Gods heiligen wil.” Sedert eenigen tijd waren wij naar een goedkoopere woning verhuisd. Nu het ons minder voor den wind ging, lieten vele onzer vroegere huisvrienden ons in den steek. Aan de dames Hooft, van Tuyll, Boreel en Sloet had ik gevraagd, of zij mij bij dezen en genen wilden aan bevelen en wederom zegende de Heer mijn moed en goeden wil: ik kreeg vele lessen. Baron Rengers van Warmenhuizen kwam zelf bij ons op de Veerkade aan huis. „Mevrouw van Lier,” zeide hij, „mijn doch ter is nu zestien jaar oud. Opdat zij zich over eenigen tijd in de groote wereld zal kunnen bewegen, verzoek ik u, haar opvoeding te voltooien. Ik zou graag willen, dat ze van u les ontving in geschiedenis, geographic, mythologie, Duitsch, handwerken en litteratuur, maar bovenal zou ik gaarne zien, dat u haar dien beschaaf den toon en aangename manieren bijbracht, die gij in zoo sterke mate bezit.” Ruim drie jaar lang heb ik de freule iederen dag van tien tot twee uur les gegeven. Bij baron Rengers alleen verdiende ik 600.per jaar. De baron en zijn vrouw behandelden mij steeds zeer voorkomend en gaven, evenals de bejaarde baron Edzard Hobbe baron Rengers van Warmenhuizen, 18031879, hofmaarschalk, gehuwd in 1826 met Arnoldina W. C. barones van Pallandt. De oudste dochter Jacoba Wilhelmina Henrietta werd ge boren in 1827; zij huwde in 1853 met P-O. P. baron de Ia Villestreux.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1928 | | pagina 240