MEMOIRES EENER HAAGSCHE HUISONDERWIJZERES 223
mijner lessen in het onderhoud
Thom, van der Burg, die zich steeds
betoond heeft, zal u wel met raad en
teneinde een goede schikking met
treffen. Ik moet nu naar mevrouw Sloet en
twee uur weer terug. Blijf rustigjes thuis en
voor niemand open; tot straks!” Toen ik bij
van Pallandt x), vaak blijken van hun belangstelling.
Mijn lessen namen weldra zóó in aantal toe, dat ik
iederen dag van acht tot vier uur en soms ook van vijf
tot tien uur ’s avonds bezet was.
Henri’s zaken gingen echter meer en meer achteruit.
Op zekeren morgen, toen ik mij gereedmaakte, om me
vrouw Sloet 2) en haar beide dochters les te gaan geven,
vertelde Henri mij, dat hij zich genoodzaakt zag, zijn
zaak op te heffen. Hij was radeloos en sprak er over,
dat hij wilde vluchten. Ik ontstelde hevig, maar wist mij
te beheerschen. „Beste man!” sprak ik, „door den drang
der omstandigheden hebt ge toch niet iets gedaan, dat u
noodzaakt te vluchten? Spreek ronduit en vertrouw mij
openhartig alles toe. Welk lot u ook treffen moge, ik
zal u nooit verlaten en steeds alle smarten en allen tegen
spoed met u deelen.” Hij verzekerde mij plechtig, dat
geen blaam hem trof en dat zijn ongeluk veroorzaakt
werd door de vele slagen, die hem hadden getroffen.
„Beste Henri,” troostte ik hem, „het beste is, dat wij de
schuldeischers bij elkander roepen en hun alles uitkeeren,
wat wij bezitten. Ik zal voortaan door de opbrengst
van ons gezin voorzien,
een edel vriend
daad terzijde staan,
uw crediteuren te
ben over
doe maar
mevrouw
w. s. Mr. F. W. F. Th, baron van Pallandt, 17721853, minister
van eeredienst 1817 1840, weduwnaar sinds 1836.
2) w. s. Carolina M. barones Sloet van Toutenburg, geb. Groe-
ninx van Zoelen, 18021860, 2e echtgenoote van den opperhout
vester W. J. Ph. baron Sloet van Toutenburg, uit welk huwelijk 3
dochters, resp. geboren in 1823, 1827 en 1834 en 2 zoons in 1825 en 1832.