Wat gedurende twee generaties in den huiselijken kring en in het openbare leven gestudeerd, gespeeld en gezongen, waarop gemarcheerd en gedanst werd, is toch immers in zijn geheel een stuk van ons volksbestaan, dat wij niet ach teloos mogen laten verdwijnen, zonder te kort te doen aan onzen plicht tegenover het nageslacht. Ik had het geluk in onzen Gemeente-archivaris den man te vinden, die mijn zienswijze overnam en mij in staat stelde mijn voornemen uit te voeren, d.w.z. één compleet exemplaar van deze uitgaven bijeen te brengen en in het Gemeente-archief een waardige plaats te be zorgen. Reeds zijn eenige duizenden geborgen en in portefeuilles gerangschikt, zoodat met een weinig verdere toewijding er wel kans bestaat, dat onze stad in het bezit zal komen van haar aandeel in de Nederlandsche muziek - litteratuur. Als dan de moedersteden van andere belangrijke muziekuitgeverijen, zooals Amsterdam, Rotterdam, Fra- neker het hier gegeven voorbeeld wilden volgen, zouden ten minste ten opzichte van Nederlands toonkunst de grondslagen gelegd zijn voor een instelling, waarvan onbegrijpelijkerwijs de noodzaak nog niet gevoeld wordt een algemeen M u z i e k-a r c h i e f. Er is geen letterkundig schrijver zoo onbelangrijk, of de Staat acht het zijn plicht hem voor wetenschappelijke studie tot onze beschikking te stellenmaar waar vinden wij de muzikale vertolkingen van die dichters, waar de muziek van de schouwburgen en concertzalen onzer grootouders? Zeker, er zijn mooie muziekverzamelingen in ons land, maar zij zijn wille keurig beperkt, hetzij in het bizonder gericht op het 228 HAAGSCHE MUZIEKUITGEVERS DER 19e EEUW 1) Behalve aan eenige vrienden en den directeur der Openbare Leeszaal, Dr. Greve, ben ik voor vriendelijke medewerking ook verplicht aan W. Elzinga, boekverkooper op de Markt.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1928 | | pagina 246