graphiques de S. M. breidde hij nu zijn werkzaamheid
voor het land nog op een nieuw gebied uit. In 1815
gaf hij de Carte des 9 Departements méridionaux du
Royaume” enz. in 16 bladen uit, sedert 1818, onder
hooge protectie, den grootsch opgezetten Atlas du
Royaume des Pays Bas”, en hij begeleidde van nu af
alle binnen- en buitenlandsche politieke veranderingen
met steeds nieuw bijgewerkte landkaarten van de hand
van goede kartografen als C. v. Baarsel et fils, de Bouge,
Jobard e. a. J).
De muziek bleef een hoofdzaak voor Weygand, ook
als uitgever. Maar als wij zijn fonds overzien (voor
zoover dat al mogelijk is), dan blijft hij wel ver achter
bij de beide Hummels en kan hij alleen aan de zijde
van zijn tijdgenooten Plattner in Rotterdam, Nolting
en Steup in Amsterdam geplaatst worden. Hij ging
niet verder dan de eischen van den dag, door na te
drukken wat actueel was en dit in arrangementen voor
de verschillende instrumenten aan musici en leeken aan
te bieden. Daar zijn Bellini, Rossini, Donizetti, Auber,
Weber, de eerstelingen van Meyerbeer, die toen uit
de Opera afdruppelden naar de muziekkamers, en Cle
menti, Cramer, Hünten enz. voor de muziekles. Neder
land zelf leverde niets op de wereldmarkt, Weygand
kon over geen andere namen beschikken dan J. C. A.
Alderwereld, J. E. G. Boom, Boutmy („Leermeester
op de clavicimbel te ’s Hage”), E Broes, G. W.
Derx, J. Fastrée, Auguste de Genst, B. Koch, J. H.
Kufferath, A. Leeflang, A. Marx, W. G. F. Marx,
Messemaeckers, J. Rauscher, D. Soeterik, L. Spangen
berg, J. Spangenberg fils, Jacobus Tours, A. C. G.
Vermeulen. Het dagelijksche muziekleven werd overigens
236 HAAGSCHE MUZIEKUITGEVERS DER 19c EEUW
2) Een klein aantal dezer kaarten wordt bewaard in het Depar
tement van Oorlog en de Topographische Inrichting.