Beuster in het Haagsche Dagblad aan, dat zij „hunne
affaires vereenigd hebben in het daartoe nieuw inge-
rigte ruime Lokaal”, en kort daarna stelden ze de
voorwaarden van hun vennootschap ook notarieel vast.
Het uitvoerige contract is bewaard en wij zien daaruit,
dat het alleen den muziekhandel en de plaatdrukkerij
betrof, de kaarthandel van Weygand bleef er voorloopig
buiten, van prenten wordt in ’t geheel niet gerept.
Weygand zou zich hoofdzakelijk met de werkzaamheden
in den winkel, Beuster met die van het kantoor be
lasten. Wie voor de uitgeverij aansprakelijk zou zijn,
staat niet vermeld; wij mogen wel aannemen dat dit
als gemeenschappelijke taak werd beschouwd.
Beuster nam nu zijn intrek in het nieuwe huis bij
moeder en zoon Weygand, eerst alleen, dan met zijn
vrouw, toen hij 1840/41 met Henriette Tondeur (de
dochter uit een bekende muzikale familie uit Berlijn)
trouwde 2). En de nieuwe firma begon haar werkzaam
heid. We weten er weinig van, omdat zij niet veel
adverteerde; alleen kunnen wij constateeren, dat het
fonds nóch in hoeveelheid nóch in hoedanigheid zich
boven den vroegeren tijd verhief.
Het samenwerken met Weygand en Beuster duurde
echter slechts vier jaren. Toen vernam de Haagsche
burgerij wonderlijke dingen. Eerst, in October 1843,
deed Weygand aan Beuster zijn aandeel over en vestigde
zich als particulier in Voorburg 3), zoodat Beuster nu
eenige bezitter der firma was 4), dan echter, nauwelijks
244 HAAGSCHE MUZIEKUITGEVERS DER 19e EEUW
Not. Schiefbaan 7 April 1840.
2) Volkstelling 1840 W 169 en Not. Schiefbaan 24 April 1841.
3) Dagblad 25 Oct. 1843; de acte Not. Schiefbaan 12 Oct. 1843
is nog niet openbaar.
4) De enkele uitgaven gedurende dit interregnum hebben als adres
alleen „Fr. Beuster" (zie Nederl. Muzikaal Tijdschrift 1844 nr. 2).