Lier en Zoon” 1), daarna de eenige leider van deze
zaak. Hij stond blijkbaar voor het bankroet, toen hem
door de energie van zijn vrouw deze nieuwe mogelijk
heid van bestaan geopend werd. Al dadelijk verplaatste
hij zijn papiermagazijn naar de Nieuwstraat, en met
het magazijn betrok ook de familie, hij met vrouw en
drie kinderen, het huis, dat zooeven door het echtpaar
Beuster ontruimd was 2).
Tien jaren werkten nu de twee mannen samen in
een stille vennootschap, onder de oude naam „Weygand
en Beuster,” een tijd, die ook de uitgeverij ten goede
kwam. Reeds na een jaar merkte „Caecilia” op, dat
de firma zich klaarblijkelijk beijverde veel uit te geven,
„haar pers mogt dan ook wel eens van uit haren langen
slaap ontwaken,” er was wel allerlei alleen uit het oog
punt der handelsspeculatie te verdedigen „doch ook
vele nuttige, vele goede en ook soms oorspronkelijke
werken versieren hun catalogus, en bewijzen zoo wel
voor hunnen smaak als voor hunne nationaliteit" (1 Febr.
1845). Dit laatste doelt vooral op de uitgaven van Verhuist
en Richard Hol, die in dezen tijd vielen.
In Mei 1854 verklaarden Weygand en van Lier hun
vennootschap voor ontbonden, de familie van Lier
verliet de stad 3), en Weygand stond wederom alleen
voor zijn taak. Dubbel alleen, want de trouwste be
geleidster van heel zijn leven, zijn moeder, was intusschen
246 HAAGSCHE MUZIEKUITGEVERS DER 19e EEUW
Zie zijn testament Not. J. Leesberg 12 Febr. 1833.
Dagblad 6 Mei en Bevolkingsregister 1845 W 169; 1850 woonde
de familie van Lier al weer elders, op de Prinsegracht, en een familie
met verlof uit Indië bij de Weygands.
3) Dagblad 5 Mei en Bevolkingsregister 1849/59 V 72, waar Roozen-
daal als nieuwe woonplaats opgegeven wordt Van Lier stierf echter
te Haarlem 3 Mei 1880, zijn vrouw te 's Gravenhage 10 Jan. 1888.