van Verhuist, Richard Hol, Nicolai, de loten der
Duitsche romantiek ook in Nederland opschoten tot
een schuchteren, korten bloei, zien we de Haagsche
firma mede onder de eerste en ijverige uitgevers van
deze zoo veel belovende jeugd. Behalve deze sterren
ontmoeten we onder de 600 fondswerken (de onge
nummerde niet meegerekend) nog de Nederlandsche
musici M. J. H. Beltjens, W. R. Ceulen, Fr. Dunkler,
J. A. v. Eyken, Joseph Halberstadt, Ed. de Hartog,
N. A. Janssen, L. J. Lefèbre, E. H. Lubeck, Henri
Messemaeckers, L. Offermans, P. J. Paeschen, P. G.
Renaud, K. E. Wagner, L. van der Wulp. Wat van
buitenlandsche muziek verscheen was bijna uitsluitend
nadruk of de echte uitgave met titel voor Nederlandsch
debiet. Welk een ophef maakte het Nederl. Muzijkaal
Tijdschrift (1 Juni 1842) toen Weygand een quartet van
Aloys Schmitt in origineelen druk uitgaf! Hier vinden
wij natuurlijk het actueele, dat gekocht werdattracties
uit de nieuwe opera’s van Donizetti, Halévy, Meyerbeer;
veel salonmuziek met de nu nog welbekende namen
Ascher, Beyer, Cramer, Döhler, Dreyschock, Fesca, Hen-
selt, Hünten, Jaël, Jungmann, Krüger, Kücken, Lefébure-
Wely, Lemoine, Litolff, L. de Meyer, Moniot, Rosellen,
Spindler, Valentin; en vooral de studiewerken van
Bertini, Burgmüller, Concone, Czerny, Diabelli, Stephen
Heller, Horr, Kalkbrenner, Knorr; ook de grootere
namen ontbreken niet: Beethoven, Mendelssohn, Niels
Gade, Chopin, Liszt; in 1850 noodigde Weygand het
publiek zelfs uit, in te teekenen op een uitgave van „al
de compositiën voor Piano der Duitsche classici”.
Wederom spelen de seriën een belangrijke rol in het
fonds
248 HAAGSCHE MUZIEKUITGEVERS DER 19e EEUW
Polyhymnia, Choix de Romances etc. pour voixde Baryton
ou Basse. Verscheen 1840 tot ik ken slechts 18 nummers.