Weygand en Beuster, waartoe hij alleen gerechtigd was,
op ultimo December jl. geëindigd is. Dat hij den heer
L. J. Lefèbre bevoegdheid geeft om den door
Lefèbre thans gedreven wordende handel in muziek en
muziekinstrumenten benevens plaatdrukkerij te drijven
onder des comparants naam, en wel onder de firma F. J.
Weygand en Comp.”1)- Hij nam nog afscheid van het
publiek, onder aanbeveling van zijn opvolger (Caecilia
1 Febr. 1859), ontruimde zijn huis voor dezen, en vertrok
21 Jan. 1859 naar Breda2). Daar is hij 28 Jan. 1880
gestorven 3).
DE FIRMA F. J. WEYGAND EN COMP.
Louis Joseph Lefèbre 4), de nieuwe leider der firma,
was geen onbekende in den Haag. Leerling van de
Kon. Muziekschool, nu zelf muziekmeester, concert-solist,
komponist, oprichter en dirigent der typographische en
nationale Zangschool voor werklieden, voor welke ook
het hof zich interesseerde toch al half koopman, zelfs
hofleverancier, als uitvinder en fabrikant van allerlei
op muziek betrekking hebbende instrumenten, als „mecha-
nieke muzieklessenaars”, „piano-acousticons” zoo stond
hij te midden van het muzikale leven der hofstad. Een
bemiddeld man was hij ook, nu hij na den dood van
250 HAAGSCHE MUZIEKUITGEVERS DER 19e EEUW
Register Vennootschappen op de Arrondissements-rechtbank
de acte Not. Leesberg 14 Jan. 1859 is nog niet openbaar.
2) Bevolkingsregister 1849/59 W 169.
3) Mededeeling Burgerlijke stand, Breda.
4) Geboren 11 October 1827 te Amsterdam, de oudste van negen
kinderen. Zijn vader L. J. Lefébre (1801 1854) vestigde zich vóór
1842 in den Haag, en wordt „Controleur bij het Fransche theater" en
ook wel „muziekmeester” genoemd. Zijn moeder, Jeannetje Schrimpf,
was 1807 te Alkmaar geboren.
5) Caecilia 15 Juli 1858.