GEBROEDERS VAN LIER
Adolf
afzonderlijke kunstprenten. Daaren-
Lier
van
De broeders Charles en David van Lier kwamen
omstreeks het jaar 1833 in den Haag. Zij richtten in
dat jaar op de Kalvermarkt een „Boek- en Kooperen
Plaathandel” op 2), welken ze in 1836 naar de Korte
Houtstraat verplaatsten; en toen David in 1837 met
zijn familie naar de Lange Poten verhuisde, openden
zij tegelijk hier een tweede magazijn 3). Als uitgeverij
werd allengs de steendruk hun specialiteit, ze noemden
zich zelf ook eerst boekhandelaren (1835), vervolgens
boek- en steendrukkers (1839), van 1840 af uitsluitend
steendrukkers. In ’t begin lieten zij bij A. M. Abrahams
drukken, wiens naam dan ook op vele hunner uitgaven
te vinden is; maar toen deze in 1844 de stad verliet,
namen zij zijn lithographisch etablissement zelf over 4).
Zij gaven fraaie plaatwerken in steendruk uit, zooals
het „Panorama der Nederlanden" (1836), „Pictura”,
„La Brodeuse Parisienne” (1837), de Nederlandsche
vertaling van Kugler „Geschichte Friedrichs des Grossen”
met de zoo beroemd geworden houtgravures van
Menzei (1841) en
Charles, geb. 15 Juni 1809, getrouwd met Cato van
(1807 1875); David, geb. 13 Febr. 1813, getrouwd met Fanny
Lier (1811 1890); allen Israëlieten, afkomstig uit Utrecht.
2) Zie Dagblad 7 Juni 1833, 4 Sept. 1835.
3) Zie Dagblad 1 Dec. 1837.
4) Zie Dagblad 26 Jan. 1844. Abraham M. Abrahams, geb.
1807, had 11 Jan. 1826 de „Koninkl. lithographische drukkerij" van
zijn broeder Daniel, den „eerste lithograaf van het Rijk” over
genomen ('s-Grav. Courant)tevens had hij een magazijn van anti
quiteiten en was in deze hoedanigheid hofleverancier van Z. K. H.
den Prins van Oranje (Dagblad 2 Aug. 1838).