Zie Moulijn, De eerste jaren der lithographische prentkunst in Nederland, ’s-Gravenhage 1927. 2) Zie Dagblad 29 Juni tot 11 November 1835 passim, 6 Jan. 1837 en de inzendingen aan Burgemeester enz. Ook dit werk is zonder nummering of doorloopende pagineeringeen kompleet exemplaar zal daarom alleen samengesteld kunnen worden, als men de afleveringen met den omslag terug vindt. Losse vellen komen dikwijls voor, ze zijn kenbaar, behalve door het formaat, aan de opgave onderaan ,,Lith. de A. M. Abrahams a la Haye” en een kleinen ronden stempel met Apollo Nieuwe Uitgave van Muzijk Gbs v. L." boven maakten zij ook werk van muziek, waarbij zij eveneens den steendruk gebruikten, die in Nederland eerst door Plattner te Rotterdam voor muziek werd toegepast echter reeds vóór 1818 weer was opgegeven. Maar aangezien zij hun uitgaven niet van fondsnummers voorzagen en slechts zelden een exemplaar bij de Kon. Bibl. inzonden, kunnen wij hun fonds niet anders leeren kennen dan door een uitgebreide verzameling. Veel belangrijks zal vermoedelijk niet voor den dag komen; ten minste wat ik voor mij heb, zijn de gewone piano- bewerkingen van die dagen, met weinig Nederlandsche namen. Alleen de oorspronkelijke uitgave van Le Héros mourant, op muziek gezet door Henri Vieuxtemps en opgedragen aan de Prinses van Oranje, van het jaar 1836, is wel een vermelding waard, als men zich her innert dat de toen 16-jarige vioolvirtuoos van Maart tot Mei 1836 zijn triomftocht door Nederland maakte en hier voor het eerst met eigen composities optrad. Vooral echter trachtten van Lier frères de algemeene belang stelling te wekken en wakker te houden voor hun groot ver volgwerk ,,A p o 11 o.Verzameling van de beste bestaande en dagelijks uitkomende Muzijkstukken” op grootformaat, met een fraaien omslag, waarvan de eerste aflevering op 1 Sept. 1835, de 5de van den 2e» jg. in Jan. 1837, de lstev. d. 3en in 1843 verscheen2). Het is, voorzoover mij HAAGSCHE MUZIEKUITGEVERS DER 19e EEUW 261

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1928 | | pagina 283