et latine” 1), en van omstr. 1846 af schreef hij ook ge
regeld in verscheiden Fransche bladen de verslagen over
muziekuitvoeringen in Nederland: kortom, hij had wel
reden om zich in het bevolkingsregister van 1845 niet
meer als muziekonderwijzer maar als „letterkundige” op
te geven.
Maar ook hiermede had hij het arbeidsveld voor zijn
verder leven nog niet gevonden. Het was de toepassing
van een nieuwe uitvinding, die hem tegelijk het merkan-
tiele pad op en terug naar de muziek bracht. De zon
derlinge kunst om gedrukte boeken langs scheikundigen
weg te kalkeeren en in steendruk te reproduceeren was in
het buitenland, juist in die jaren, tot zulk een volmaakt
heid gebracht3), dat een practische exploitatie mogelijk
kon schijnen. Als dat gelukte, men stelle zich voor,
dat men, onder bescherming der wetteloosheid, zich als
een lustige parasiet elk bestaand drukwerk te nutte kon
maken en dit met een minimum van eigen kosten naar
willekeur kon vermenigvuldigen zou men niet een
onbereikbare positie innemen in den feilen concurrentie
strijd der muziekuitgevers? Want de wedloop metgoed-
koope nadrukken was toen aan de orde van den dag.
Weygand en Beuster hadden kort tevoren onder het
opschrift „Le Charlatanisme dévoilé” een pennestrijd met
de firma Lahou in Brussel gevoerd (Journal de la Haye
18/26 Nov. 1840), maar de aanbiedingen „au rabais de
deux tiers” waren daardoor natuurlijk niet verminderd,
264 HAAGSCHE MUZIEKUITGEVERS DER 19e EEUW
Zoo noemt hij zich in eene Grammaire des écrivains, des profes-
seurs et des vrais amateurs, die hij 1842/3 voor eigen rekening uit
gaf (livraisons 18 op de K. Bibliotheek)
2) In Duitschland verscheen 1846 een korte handleidingFriedr.
Klinkhardt, Die anastatische Druckerei oder die Kunst, Bücher und
Drucksachen jeder Art, Kupfer- und Stahlstiche, Lithographien u.
Holzschnitte abzudrucken und nach Belieben zu vervielfaltigen.