HET PLEIN, HUYGENS EN FREDERIK HENDRIK
16
de kaartjes is naar mijn mee-
De chronologische volgorde van
De Heeren van de Rekening gingen ondertusschen
aan het plannen maken om den Stadhouderstuin zoo
voordeelig mogelijk te verkoopen. De geschiedenis der
toen gehouden besprekingen kan men goed volgen op
een elftal teekeningen, vervaardigd door den gezworen
landmeter Mr. Floris Jacobs (Vernuft), die thans onder
de nummers 33053309 in het Algemeen Rijksarchief
bewaard worden.
De Rekenkamer had reeds in 1631 als bijlage bij haar
aanvrage om machtiging tot den verkoop een ontwerp
van een verdeeling in erven ingediend. In het kaartje
no. 3308 e D meen ik dit eerste plan te herkennen.
huis vergaderen. Dat deze plek wel een schilder-
achtigen aanblik bood, maar weinig in overeen
stemming was met de waardigheid van een souverein,
zien we o.a. op de bekende teekening in het Prenten
kabinet van ons Gemeente-museum, die in het Jaar
boekje van 1902 t.o. blz. 35 afgebeeld is. Toch heeft
het gevraagde rapport, zoo het al uitgebracht is, voor-
loopig geen gevolgen had, waaraan de machtige
positie van den stadhouder, die een paleis voor zijn
„meesters” wel absoluut overbodig zal geacht hebben,
waarschijnlijk niet vreemd is geweest. Doch nauwelijks
zijn onze stadhouders ten eersten male voor
eenigen tijd van het tooneel onzer geschiedenis ver-
verdwenen, en is de machtsweegschaal geheel naar de
zijde der Staten overgeslagen, of zij geven, wel voor
namelijk op aandrang van De Witt, opdracht een hun
passend verblijf te bouwen (1652; de tegenwoordige
vergaderzaal der Eerste Kamer) als uiterlijk kenteeken
van hun herwonnen macht.