geheel Nederland in vervoering bracht), over Mevr. Offermans van Hove, over Rosa de Vries (overgedrukt uit La France musicale), Rosa Escudier Kastner, Arthur Pougin en vooral die over Henri Wieniawski, die ook als brochure verscheen (La Haye 1856). Het bestuur van Toonkunst heeft hem voor dezen ijver in Neder lands belang een vereerend getuigschrift uitgereikt (zie Caecilia 1 Maart 1871), en waarlijk hij heeft een beter loon verdiend dan algeheele vergetelheid of hoogstens een minachtenden glimlach. Het einde van Desfossez schijnt droevig geweest te zijnPougin, de eenige lexikograaf, die hem ten minste noemt (in Fétis, Supplement), vertelt dat hij krankzinnig gestorven is. Dit geschiedde 15 Februari 1871. Rijk had hij zich ook niet gewerkt, in het Haagsch adres boek 1871/72 staat: „De weduwe A. Desfossez. Modes”. En roem had hij evenmin verworveneenige regels in Caecilia (1 Maart 1871) zijn het eenige in memoriam, dat ik gevonden heb. Veertien dagen na den dood van Desfossez, 1 April 1871, stond de volgende advertentie in de couranten: 270 HAAGSCHE MUZIEKUITGEVERS DER 19e EEUW Openbare Verkooping. Tengevolge van het overlijden van den heer A. Desfossez zal op Donderdag 20 en 27 April 1871 publiek worden geveild en verkocht: De sedert 21 jaren met gunstig gevolg gedreven Kunst- en Nijverheidsonderneming La Correspondance Musicale (firma Desfossez Co.) met al hetgeen daartoe behoort, als: een uitgebreide fondsvoorraad Muziek, zoowel in het Magazijn als bij de Depothouders aanwezig, Cata logussen, Persen en ander Materieel, benevens het recht om de zaak onder de bekende firma voort te zetten. Deze onderneming is inmiddels uit de hand te koop, terwijl inlichtingen zijn te bekomen enz.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1928 | | pagina 292