Tusschen den eersten en den tweeden veilingsdag voegde het Dagblad van 23 April er nog bij: „De onderneming heeft in veiling opgebracht f 20.500”. Het verder verloop van deze veiling is mij niet bekend, maar aangezien wij weten dat de Correspondance musi- cale in de volgende jaren is bijgehouden en voortgezet door den zoon van Louise Helmeke en Johannes Revius, dient men wel in het oog te houden, dat het contract van 1849 nog niet was afgeloopen, dat het geld van L. Helmeke, die in 1867 gestorven was, vermoedelijk nog in de onderneming stak en dat de veiling een poging geweest kan zijn om dit vrij te krijgen. LouisFran£oisRevius(l 8321902) had een muzi kale opleiding genoten, maar schijnt toch de Kon. Muziek school niet geheel te hebben afgeloopen, want als direc teur van het concert Aurora (1851 1856) wordt bij steeds de „dilettant Revius” genoemd. Dilettantisch zijn dan ook de lichte muziekstukken, die hij sedert 1851 ter markt bracht, waarvan tenminste één, „Uncle Tom’s Galopp” een groot en langdurig succes had. Of hij, ongetrouwd als hij bleef, overigens nog een beroep uitoefende, weten we niet. Misschien was hij van den aanvang af ook in het bureau der Correspondance musicale werkzaam (Caecilia beweerde immers dat de correspondentie werd gevoerd door H.H. Revius en Comp.), zeker is dat hij steeds in nauw verband er mede stond, niet alleen als componist maar ook als bewerker van Duitsche teksten, b.v. Burgmüller’s Elementarschule 1852, Ritter’s Orgelschule 1856. Nu nam hij dus de zaak zelf ter hand: in het Dagblad van 3 Augustus 1871 werd de voortzetting der Correspondance musicale aan- gekondigd. Van nu af was het adres der firma „Desfossez en Co”, de naam van den nieuwen uitgever werd even hardnekkig verzwegen als tot nu toe die van Desfossez. HAAGSCHE MUZIEKUITGEVERS DER 19e EEUW 271

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1928 | | pagina 293