DEN HAAG ALS INTERNATIONALE STAD 285 men den definitieven stap bij de Neder landsche Regee- ring deed. Toen het betreffende telegram van den Neder- landschen gezant te St. Petersburg bij de Regeering inkwam, waren, zoo heeft ons de levensschets van prof. Colenbrander van wijlen Minister de Beaufort geleerd, zijn ambtgenooten meer met deze keuze ingenomen dan hij. Voorzag hij wellicht de moeilijkheden, die zich zou den voordoen? En inderdaad, zij bleven niet uit. Op aandringen van Engeland stemde Rusland erin toe, dat de beide Zuid-Afrikaansche Republieken, die heetten onder Engelsche suzereiniteit te staan, niet zouden wor den uitgenoodigd; op aandringen van het Quirinaal werd de Paus niet ter conferentie genoodigd. Dr. Kuyper heeft, een paar maanden voordat de Vredesconferentie bijeenkwam, zijn bekende interpellatie over de niet-uit- noodiging der Zuid-Afrikaansche Republieken gehou den; interpellatie, die den gezant te Petersburg tot den weinig diplomatieken uitval van een ingezonden stuk in de „N. R. Ct.” leidde, welk ingezonden stuk, in het avondblad opgenomen, reeds in het daarop volgend och tendblad door den scherpzinnigen anti-revolutionairen leider werd beantwoord en op zulk een hardhandige wijze, dat het ontslag van den gezant erop volgde. Later, toen in de Tweede Kamer, te midden van het rumoer van den inmiddels uitgebroken Zuid-Afrikaanschen oorlog, de goedkeuring van het tractaat betreffende het Perma nente Hof ter sprake kwam, dreigde de Zuid-Afrikaan sche quaestie zelfs tot uitstel van deze beslissing te leiden. Had Minister de Beaufort niet de portefeuille- quaestie gesteld, het mag de vraag heeten of zich in dit voor Nederland zoo belangrijk vraagpunt niet een nim mer te verschoonen fout hadde voorgedaan. De niet- uitnoodiging van den Paus ontstemde de Katholieken, die het echter ter wille van internationale moeilijkheden

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1928 | | pagina 307