286 DEN HAAG ALS INTERNATIONALE STAD bij een protest, zoowel in de Eerste als in de Tweede Kamer uitgebracht, lieten. Het was een klein standpunt, dat Italië in deze aangelegenheid innam, en wij zouden nog willen schrijven als destijds, 1) dat ,,’s Pausen uit sluiting van de Vredesconferentie aan den internatio nalen arbeid een der machtigste steunpilaren heeft ont nomen, omdat alleen Zijn prelaten daar konden spreken zonder dat aan hun woorden politieke restrictie ten deel viel, omdat zij alleen konden pleiten volgens overtuiging en beginsel, dat in godsdienst en in naastenliefde moest wortelen.” Onder deze indrukken kwam de eerste Vredesconfe rentie samen. Zij vergaderde op het Huis ten Bosch en haar, overigens zeldzame plenaire vergaderingen hadden plaats in de beroemde Oranjezaal, versierd met de schil deringen, die Amalia van Solms destijds aan haar echt genoot, uit den krijg wedergekeerd, heeft toegewijd. In het algemeen was dit buitenpaleis uitnemend geschikt voor het beoogde doel; het lag rustig en afgelegen, het bood voor de eerste Vredesconferentie, waarop slechts 26 Staten met betrekkelijk kleine delegaties waren ver tegenwoordigd, de noodige ruimte, en in de warme zomermaanden, gedurende welke de conferentie bijeen was, had het de aantrekkelijkheid van het echte buiten huis. Meer dan eens is de lunch door de gedelegeerden in den tuin van het Huis ten Bosch gebruikt en Léon Bourgeois heeft nog in die dagen aan Bertha von Suttner, die een in vele opzichten belangwekkend „Dag boek” van de conferentie bijhield 2), verhaald hoe men daar in vriendschappelijk samenzijn menigmaal tot een Edgar de Melville: ,,De Haagsche overeenkomst betreffende de vreedzame beslechting van Internationale geschillen en het Permanente Hof van Arbitrage”, pag. 67/74. a) Bertha von Suttner; „Den Haag en de Vredesconferentie” 1900.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1928 | | pagina 308