DEN HAAG ALS INTERNATIONALE STAD
291
Hard, en toch prettig en vriendschappelijk. Per slot
van rekening kwam het echter op Descamps neer, want
hij moest het rapport samenstellen, dat het ontwerp
zou begeleiden, Descamps liet een paar stenografen van
den Brusselschen Senaat, die hem goed kenden, vragen
om te ’s-Gravenhage te komen. Met hun hulp heeft hij
in onbegrijpelijk korten tijd het rapport uitgewerkt. Het
was een verrassing voor de geheele conferentie, en de
lof hem daarbij toegezwaaid, was echt en welgemeend.
Het was goed, dat een Auguste Beernaert, een d’Estour-
nelles de Constant een handje konden meehelpen. Want
de heer Van Karnebeek erkende het volmondig, gelijk
Raffalovitch het in die dagen zeide: de diplomaten met
den ouden heer De Staal, den president, aan het hoofd,
zouden van de conferentie niet veel terecht hebben ge
bracht. Zij hadden geen ervaring van parlementair ver
gaderen, en de parlementariërs hadden dat uiteraard
wel. Zij waren het gewoon, en het werk ging hun dan
ook gemakkelijk af. Zoo kwam men al spoedig tot een
schema, dat bevrediging schonk en waarop voortge
werkt kon worden.
Men heeft intusschen niet nagelaten het vraagstuk
van de beperking der bewapeningen in vollen omvang
aan de orde te stellen. Nadat technische commissiën en
sub-commissiën aan ondergeschikte militaire en mari
tieme vraagstukken haar aandacht hadden gewijd,
werd aan de eerste der drie groote commissiën, waarin
de conferentie zich had gesplitst, het algemeen vraagstuk
van de beperking onderworpen. De voorzitter der con
ferentie, de heer De Staal, in zijn kwaliteit van eersten
Russischen gedelegeerde, nam zelf het woord, al liet hij
de technische toelichting geheel aan kolonel Gilinski
over. Het Russische voorstel kwam tenslotte hierop
neer: laten wij ten opzichte van onze bewapeningen